Springtij
s-Gravendeel, 1953. Sara Groeneveld overleeft als door een wonder de watersnood. Haar moeder is echter voor haar ogen meegesleurd door het kolkende water. Sara wordt met haar dochtertje Ellie ondergebracht in de Ahoy-hal in Rotterdam, samen met vele andere vluchtelingen. Hier sluit ze vriendschap met de stuurse verpleegster Catharina uit Dordrecht. Vlak voor de noodlottige nacht heeft Sara een houtskooltekening gevonden, weggeborgen in een la. ‘Saartje en haar moeder’ staat erop. Maar de vrouw lijkt niet op haar moeder. Wie was zij dan wel? En waar is haar echte moeder? ‘Springtij’ van Femke Roobol is een aangrijpend verhaal over Sara, die langzaam tot de conclusie komt dat ze haar eigen levensverhaal opnieuw moet invullen, zowel haar verleden als haar toekomst.