Verrassing – Ina van der Beek

Verrassing

Als Mark en Lisa samen een reischeque winnen, komen ze er niet uit waar ze naartoe zullen gaan. Lisa wil op een stedentrip, Mark wil vissen in de rustige natuur van Frankrijk. Omdat ze het niet eens kunnen worden, besluiten ze beiden hun eigen reis te gaan maken. Maar in de aanloop naar de week weg, begint er toch iets te wringen…

Ina van der Beek

Ina van der Beek is de auteur van talloze romantische boeken. Ze is getrouwd met Marius, heeft drie volwassen kinderen en inmiddels ook kleinkinderen. Gelukkig houdt ze toch nog genoeg tijd over om te schrijven, want haar boeken en verhalen zijn heerlijk om te lezen! Zo ook dit korte verhaal Verrassing, dat niet alleen de hoofdpersonen, maar ook de lezer telkens op het verkeerde been zet.


Verrassing

‘Kom nu eens even kijken, Lisa! Echt een fantastische locatie.’ Mark zit achter de laptop en scrolt over het scherm naar beneden. ‘Eenvoudige, maar compleet ingerichte hutten direct aan het meer,’ leest hij voor. ‘En ook aan de niet-vissers is gedacht, tussen de bomen hangt uw eigen hangmat voor urenlang relaxen in de schaduw. De hutten zijn uitgerust met…’
Hij kijkt op. ‘Luister je eigenlijk wel, Lies?’
‘Nee,’ zegt Lisa hard, ‘nee, ik luister niet!’
Met veel meer lawaai dan nodig is, dekt ze de tafel. Bom! De twee borden. Kleng! Het bestek ernaast. ‘We kunnen eten, kom je zitten?’ Haar stem klinkt kwaad.
Hij staat op en gaat op zijn vaste plaats aan tafel zitten, tegenover Lisa.
Ze eten zwijgend. Pas bij het toetje, chocolade- en vanillevla, zegt hij: ‘Lies, kijk nu straks eerst eens, er is daar echt meer dan alleen maar een visvijver. Het is een prachtige locatie in het noorden van Frankrijk, echt een mooie streek. Ik zal heus niet de hele dag vissen, we kunnen ’s avonds uit eten gaan en jij kunt overdag uren lezen, aan het water of lekker in een hangmat.’
‘Ik heb er gewoon geen zin in!’ zegt ze. ‘Ik weet al precies hoe het zal gaan, jij zit de hele dag te vissen en ’s avonds kun je over niks anders praten dan over de grote karpers die je wel of juist niet gevangen hebt. Dat is toch geen vakantie?’
‘Maar wat wil jij dan?’
‘Wat wil ik? Ik dacht dat dat wel duidelijk was. Waarom denk je dat we gisteravond samen die folder hebben bekeken over Parijs? Heb je dan helemaal niet geluisterd, toen ik vertelde dat Simone en Gertjan zo’n mooi hotel midden in het centrum hadden toen ze daar drie weken geleden waren?’
‘Natuurlijk heb ik dat wel gehoord,’ zegt hij verontwaardigd. ‘Maar ik wist toch niet dat jij daar ook naartoe wil? Wij zijn Gertjan en Simone toch niet?’
‘Nee, leek je maar wat meer op hem…’
‘En bedankt!’
Ze eten opnieuw zwijgend verder.
Als de vaat in de machine staat en alles is opgeruimd, zegt ze: ‘Dat meende ik natuurlijk niet, wat ik zei over Gertjan. Maar kijk nu nog eens naar die folder. Parijs schijnt echt een prachtige stad te zijn! En Mark, onze eerste buitenlandse vakantie samen, die zou toch romantisch moeten zijn! Zitten aan een grote visvijver in Frankrijk kan ik dat niet bepaald vinden.’
‘Het zou wel een heel nieuwe ervaring voor je zijn. Stedentrips heb je al zo vaak gemaakt, toch?’
‘Ja, maar nooit samen met jou. En datzelfde kan ik tegen jou zeggen, in het verleden heb je zoiets al vaker gedaan met je vader. Vast leuk, maar wel een echte mannenvakantie.’
‘Dat is beslist niet waar, mijn moeder ging ook weleens mee. Zoals ik al zei, er is veel meer te doen dan vissen, hoor.’
‘Houd er maar over op, ik heb daar echt geen zin in! Verdraaid, Mark, de afgelopen jaren toen we allebei nog studeerden hadden we helemaal geen geld voor een leuke vakantie, nu hebben we het geluk om zo’n geweldige reischeque te winnen en kunnen we eindelijk iets doen wat echt de moeite waard is.’
‘Wat de moeite waard is, dat zeg je goed! Slenteren door een of andere stad, dat vind ik dus niet de moeite en het geld waard. Meisje, heerlijk in de natuur, dat is echt fantastisch, geloof me!’
‘Vissen kun je thuis ook…’
‘Rondlopen in de stad ook, oude gebouwen zat hier!’

Pas de volgende avond begint ze er weer over. ‘Het hoeft niet per se Parijs te worden, Londen is ook goed, als je dat leuker vindt. Of Barcelona, gaan we ook in dat stadion kijken.’
‘Je begrijpt het niet, hè? Ik wil naar geen enkele stad.’
‘En ik heb geen zin om naar het water te gaan zitten staren of de dobber misschien een keer onder wil gaan. Saaier kan het niet.’
‘Dat denk je maar…’
Zo gaan de dagen voorbij. De blijdschap die ze allebei voelden toen het bericht kwam dat ze de hoofdprijs hadden gewonnen van de landelijke puzzelactie, is allang verdwenen.
Precies een week nadat het bericht kwam, zitten ze ’s avonds zwijgend naast elkaar op de bank voor de tv. ‘Lieverd, zo moet het niet met ons, toch?’ Mark pakt haar hand en streelt die.
Lisa haalt haar schouders op. ‘Voor mij is de lol er allang af,’ zegt ze mokkend, ‘ik wilde dat we die prijs nooit gewonnen hadden. Dan waren we gewoon lekker gaan kamperen in Zeeland.’
‘Kunnen we nog steeds doen, toch? Ga ik vissen in het Veerse meer.’
‘Hou toch op!’
Het blijft even stil, dan vraagt hij: ‘En nu?’
‘Wat bedoel je?’
‘Wat gaan we nu doen?’
Ze haalt haar schouders op. ‘Ik weet het niet, hoor. Jij wilt niet naar Parijs, ik wil niet vissen, dus…’
‘Dan is er maar één oplossing,’ zegt Mark langzaam.
‘En dat is?’
‘We delen het gewonnen bedrag van de reischeque en doen allebei wat we het liefst willen. Jij gaat naar Rome, Londen of Parijs en ik ga een weekje vissen in Frankrijk.’
Met een ruk draait ze zich naar hem toe. ‘Hè? Doe niet zo gek!’
‘Ja, waarom eigenlijk niet? Ik vermaak me prima als ik een week aan die schitterende vijver zit. En zo’n stedentrip kun je ook met een vriendin of een reisgezelschap maken, toch? Waarom geven we elkaar de ruimte niet gewoon? Dat scheelt een hoop geruzie en na afloop hebben we elkaar een heleboel te vertellen.’
‘Mmm.’ Lisa kijkt hem van opzij aan. ‘Je meent het echt, hè?’
‘Ja, ik meen het echt. Denk er eens rustig over na, eigenlijk helemaal niks mis mee, toch?’
‘Ik weet het niet, hoor… Kun je nu echt niet over je vooroordeel heen stappen wat betreft een stedentrip? Stel je toch eens open voor iets nieuws!’
‘Het lijkt me echt niks. En ik kan hetzelfde tegen jou zeggen, probeer eens iets onbekends, stap eens af van het idee dat zo’n visvakantie saai zou zijn.’
Ze geeft geen antwoord, stil zitten ze naast elkaar. Mark kijkt naar een voetbalwedstrijd, Lisa kijkt mee, maar ze ziet niets van wat er gebeurt op het voetbalveld.
Ze denkt na over de woorden van Mark. Misschien is het eigenlijk helemaal niet zo’n gek voorstel, er is beslist wel een vriendin of collega te vinden die met haar mee wil naar Rome. Ilse of Marije, of misschien zij allebei wel.
‘Meende je het echt?’ vraagt ze nog eens.
‘Jazeker,’ zegt hij zonder zijn blik af te wenden van het scherm.
‘Misschien is het zo gek nog niet,’ zegt ze, ‘ik zal er eens over nadenken.’
‘Goed, hoor,’ mompelt Mark, ‘ja ja jaaaaa, hij zit erin!’ Hij springt op van de bank. ‘Eén-nul!’
Lisa zucht en staat op. Ze loopt naar de tafel, waar de laptop staat.
Even later bekijkt ze beelden van de bezienswaardigheden van Parijs, daarna van Londen, wat een prachtige steden! Ze knikt voor zich uit, ja, zo gaan ze het doen. Moet kunnen, toch? Ze zijn moderne mensen met een gezonde en moderne relatie!
Ze gaat direct bellen met Ilse en daarna met Marije. Ze zijn allebei enthousiast. ‘Leuk, ik ga mee!’ zeggen ze allebei. Ze beslissen samen dat het Londen gaat worden.

Direct de volgende dag gaan Mark en Lisa in hun lunchpauze samen naar het reisbureau dat het gewonnen bedrag beschikbaar heeft gesteld.
‘De vraag is dus of dat kan?’ vraagt Lisa als ze hebben uitgelegd wat de bedoeling is. ‘Dus niet een vakantie voor het hele bedrag dat jullie als prijs beschikbaar hebben gesteld, maar het bedrag in tweeën splitsen, zodat wij allebei een andere bestemming kunnen kiezen.’
‘Lijkt me geen enkel probleem, hoor,’ zegt het meisje, ‘gaan we voor jullie regelen.’
Een kwartiertje later is de visvakantie van Mark geboekt. Lisa heeft een optie genomen op een trip naar Londen voor drie personen, ze heeft afgesproken aan het eind van de middag terug te komen met haar beide vriendinnen om ook deze reis vast te leggen.
Die avond zitten ze weer samen op de bank.
‘Tevreden?’ vraagt Mark, terwijl hij zijn arm om haar schouders slaat.
‘Ik wel. En jij?’ Wat onzeker kijkt ze hem aan. ‘Ik ga gezellig met de meiden, maar jij gaat natuurlijk helemaal alleen, vind je dat niet vervelend?’
‘Nou, alleen… het enige is dat ik er alleen naartoe moet rijden, maar eenmaal daar is iedereen met hetzelfde bezig. Dus ik krijg aanspraak genoeg.’ Hij geeft haar arm een kneepje en gaat verder: ‘Al zou ik het natuurlijk veel en veel leuker hebben gevonden als jij met me was meegegaan!’
De voorbereidingen zijn leuk, maar toch niet zo leuk als ze had gedacht. Het blijft een beetje wringen dat ze elk afzonderlijk op reis zullen gaan.
Op een avond, als Marije even langskomt, zitten ze samen op het kleine balkonnetje. Mark is weggegaan om te gaan joggen.
‘Toch blijf ik het een beetje raar vinden,’ zegt Lisa.
‘Wat?’ Marije kijkt op van de kleine reisgids.
‘Om apart op vakantie te gaan.’
‘Tja,’ Marije haalt haar schouders op, ‘dat is toch jullie eigen keus?’
‘Vind jij het gek?’ vraagt Lisa.
‘Och… gek, dat is een groot woord, maar ik vind het eigenlijk niks voor jullie.’
‘Nee, hè?’
‘Spijt?’ Marije kijkt haar vriendin aan. ‘Je kunt nog terug, hoor, dan gaan Ilse en ik samen naar Londen.’
‘Doe niet zo gek!’
‘Ik meen het, Lies, als jij er geen goed gevoel over hebt, zeg je dat gewoon eerlijk tegen Mark en boek je alsnog je reis om, dat kan vast wel.’
‘Nee, ik denk er niet over,’ zegt Lisa kortaf. Ze pakt de reis gids en bladert er wat in. ‘De Big Ben, die moeten we ook beslist gaan zien!’ zegt ze.
Maar de woorden van Marije laten haar niet los. Later in bed ligt ze er nog steeds over te denken. Zou het inderdaad nog teruggedraaid kunnen worden? Of zou dat veel kosten? Maar wil ze dat überhaupt?
Nee, natuurlijk wil ze dat niet! Ze draait zich op haar andere zij en doet haar ogen stijf dicht, ze moet gaan slapen, het is al laat.

Maar ze blijft er ook de volgende dag maar over denken. Toen Mark voorstelde om apart op vakantie te gaan, had ze zich niet willen laten kennen. Natuurlijk, als Mark daar zo gemakkelijk over denkt, nou, dan gaat zij niet zeggen dat ze dat helemaal niet leuk vindt.
Drie dagen houdt ze het vol, dan stuurt ze haar twee vriendinnen een berichtje. Vanavond drankje bij tante Greet? Ben er om 9 uur.
Al snel komt er van allebei bericht terug: Doen we, gezellig.
‘Mark, ik ga nog even wat drinken met de meiden in de stad vanavond,’ zegt ze als ze samen aan tafel zitten.
‘Moet je doen, echt terrasjesweer!’ zegt Mark.
‘Ik heb een probleem…’ zegt Lisa, als haar twee vriendinnen aangeschoven zijn op het terrasje.
‘Ik weet bijna niet hoe ik moet beginnen, ik voel me zo stom!’
‘Nou, zeg op!’ Ilse kijkt haar nieuwsgierig aan.
Nu kijkt Lisa naar Marije, hakkelend zegt ze: ‘Ik eh… Marije en ik, ik had het erover met Marije… ik eh…’
‘Je gaat vissen!’ zegt Marije.
‘Wát?’ Ilse kijkt van de een naar de ander. ‘Heb ik wat gemist?’
‘Ja, ik heb besloten dat ik toch met Mark meega,’ zegt Lisa. En ze begint Ilse uit te leggen, wat ze eerder deze week met Marije besprak. ‘En ik weet dat het vast heel stom is, maar ik wil toch omboeken. Ik hoop dat jullie niet boos zijn?’
‘Nee, natuurlijk niet, ik begrijp het wel,’ zegt ook Ilse, ‘maar jammer vind ik het natuurlijk wel, het is zo lang geleden dat we met elkaar op vakantie zijn geweest.’
‘En hoe reageerde Mark toen je het vertelde?’ vraagt Marije.
‘Hij weet het nog niet, ik wilde er eerst met jullie over praten. Als jullie nu heel kwaad hadden gereageerd, dan had ik het misschien toch maar zo gelaten.’
‘Nee joh, ben je gek!’ zegt Ilse. ‘Dan gaan wij gewoon samen, toch Marije?’
Marije knikt, dan zegt ze langzaam: ‘Weet je wat je eigenlijk moet doen, Lies? Niks tegen Mark zeggen, stilletjes omboeken en hem verrassen als je daar bent!’
‘Maar hij gaat met de auto, hoe kom ik dan daar?’
‘Gewoon, met mijn auto!’ zegt Marije. ‘Die staat toch maar stil voor de deur, omdat ik die week in Londen ben. Jij zou toch naar Schiphol rijden, Ilse?’
Ilse knikt. ‘Ja, hoor.’
‘Mmm ja, dat is eigenlijk wel een goed idee, zeg!’ Er verschijnt een brede glimlach op het gezicht van Lisa. ‘Een supergoed idee zelfs!’

Direct de volgende dag rijdt Lisa uit haar werk naar het reisbureau. Het meisje dat hen de vorige keer zo leuk te woord stond, is er niet. Deze keer zit er een man achter de balie, verder
zijn er geen klanten binnen. Als Lisa heeft uitgelegd wat de bedoeling is, verschijnt er een lach op het gezicht van de man.
‘We gaan eens kijken wat de mogelijkheden zijn,’ zegt hij. ‘Als de hutten nog niet allemaal volgeboekt zijn, moet dat wel lukken, lijkt me. En ik denk dat dat wel zal meevallen. Al zijn er wel wat omboekkosten aan verbonden natuurlijk.’
Hij is al achter het scherm gaan zitten en zijn handen gaan over het toetsenbord. ‘Eens even kijken. Noord-Frankrijk, hè… Picardië. Ja hoor, er zijn die week nog drie hutten vrij. Maar,’ zegt hij en hij kijkt Lisa aan, ‘u kunt toch gewoon bij uw man in de hut? Dan kost dat verder niks, of wilt u ook een visuitrusting en alles wat erbij hoort?’
Lisa aarzelt even, ‘Ja,’ zegt ze dan, ‘ik wil gewoon de hele week mee vissen.’
‘Tja, wacht even, er is toch een probleem, hij heeft een eenpersoonshut gereserveerd, daar mag geen tweede persoon bij in.’
‘Dan neem ik zelf ook zo’n eenpersoons hut,’ beslist Lisa.
‘Prima, dan regelen we dat.’ Opnieuw gaan zijn vingers over het toetsenbord.
‘Kan dat dan verrekend worden met de annulering van die stedentrip?’ vraagt Lisa. ‘Sorry dat ik het zo ingewikkeld maak, want de andere twee gaan wel, het worden dus twee in plaats van drie personen, we hadden een driepersoonskamer gereserveerd.’
‘Komt goed, komt goed,’ zegt de vriendelijke man, ‘dan veranderen we die kamer in een tweepersoonskamer, dat scheelt ook weer in de prijs. Even kijken, zij komen dan in een dependance van het hotel, twee straten verder, dat zal geen probleem zijn? Neem even plaats, dan ga ik het allemaal regelen.’
Tien minuten later stapt Lisa de deur uit met een heel voldaan gevoel. Ziezo, dat is geregeld, wat zal Mark verrast zijn!
Nog twee weken wachten, dan is het zover.

Dat weekend probeert Lisa zoveel mogelijk te weten te komen over het karpervissen. Ze leest de folders van a tot z en stelt Mark belangstellende vragen over zijn aanstaande vakantie.
‘Wat lief van je, dat je zo geïnteresseerd bent in mijn vakantie,’ zegt Mark nadat hij een hele uiteenzetting heeft gehouden over de techniek van het karpervissen en enthousiast heeft verteld over de sfeer aan zo’n meer, als je daar zit samen met de andere vissers. ‘Het is echt zo ontspannend,’ besluit hij zijn verhaal. ‘En je spreekt natuurlijk allerlei mensen, dat vind ik ook altijd zo boeiend, vuilnismannen en professoren, en alles wat daartussenin zit, maar met dezelfde passie, grappig hè?’
‘Leuk, ja!’ zegt Lisa. ‘Nou, ik ben benieuwd naar je verhalen, als je weer terug bent.’
‘En ik naar de jouwe!’ zegt Mark, terwijl hij een arm om haar heen slaat. ‘Weet je al wat jullie allemaal gaan bekijken in Londen? Laat me dat boekje nog eens zien? Jij hebt je zo verdiept in mijn visweek, ik wil ook graag weten wat jij allemaal gaat doen met je vriendinnen.’
Mark begint steeds meer spijt te krijgen van hun beslissing om apart op vakantie te gaan. En hijzelf heeft het nota bene bedacht. Hij begint zich af te vragen of het wel zo’n goed idee is geweest.
Hoe dichterbij de datum komt, des te harder gaat hij daaraan twijfelen.
Als hij op een avond Lisa alweer aantreft met de folder van de karpervijver in Frankrijk in haar hand, smelt hij echt een beetje. ‘Lieverd,’ zegt hij, ‘zal ik proberen of ik mijn vakantie nog kan annuleren? Dan ga ik wel met je mee naar Londen.’
‘Welnee, hoe kom je erbij? Daar is het nu te laat voor, hoor.’
‘Tja, dat is waar,’ zegt hij.
Zo gaan de dagen voorbij en de datum van vertrek komt steeds dichterbij.
Een kleine week voor de vertrekdatum hakt Mark een knoop door. Al dagen heeft hij gespeeld met deze gedachte en nu weet hij het zeker.
Tussen de middag, tijdens zijn lunchpauze fietst hij naar het reisbureau. Achter de balie staat een oudere dame. Jammer, denkt Mark, dat dat aardige meisje er niet is, maar ja, deze dame zal hem ook wel kunnen helpen.
‘Ik heb een wat rare vraag misschien,’ begint hij. ‘het zit namelijk zo, ik heb een paar weken geleden een visvakantie geboekt in Noord-Frankrijk, maar die wil ik eigenlijk veranderen in een weekje Londen.’
De mevrouw trekt haar wenkbrauwen op. ‘Dat is wel heel iets anders,’ zegt ze.
‘Ja, dat is waar. Maar kijk, het zit zo, mijn vrouw en ik zouden apart op vakantie gaan deze keer. Zij naar Londen en ik vissen. Maar hoe langer ik erover nadenk, hoe minder het idee me aanstaat. Dus ik wil haar verrassen en mijn visvakantie annuleren, en dan een kamer huren in hetzelfde hotel als zij heeft in Londen.’
‘Ach, dat is een lief idee,’ zegt de vrouw. ‘Maar het gaat helaas wel geld kosten, dat begrijpt u toch?’
‘Natuurlijk,’ zegt Mark, ‘maar dat heb ik er graag voor over.’
Hij legt de boekingspapieren voor de vrouw neer. ‘Kijk, hier zijn de boekingsgegevens.’
De mevrouw tikt een nummer in op de computer en daar verschijnen alle gegevens in beeld.
‘Zo, eerst zullen we deze dus annuleren,’ zegt de mevrouw. ‘Eens kijken… ja, daar was ik al bang voor…helaas bent u de helft van het bedrag kwijt.’
‘Het is niet anders,’ zegt Mark schouderophalend. ‘En nu Londen.’ Hij noemt de naam van het hotel. ‘Is daar nog wel plaats?’
De mevrouw gaat een ander scherm in, dan knikt ze. ‘Ja, dat gaat wel lukken, hoor. Wilt u vliegen of gaat nu met de auto?’
‘Met het vliegtuig, ik wil graag ’s middags vertrekken. Mijn vrouw vliegt ’s ochtends en ik wil haar verrassen, snapt u.’
De vrouw knikt. ‘Gaan we doen.’
Al snel is alles geregeld en Mark bergt het nieuwe boekingsformulier zorgvuldig op in zijn portemonnee.
‘Heel veel plezier!’ zegt de mevrouw. ‘Maar dat gaat vast wel lukken, Londen is een fantastische stad. Wacht, ik geef u ook meteen een plattegrondje mee.’
Mark bedankt haar nogmaals, dan gaat hij de deur uit.
Hij kan bijna niet wachten tot het zover is en hij het verraste gezicht van Lisa zal zien.

Ze zullen allebei deze maandag vertrekken.
‘Hoe laat ga jij weg?’ heeft Lisa gevraagd.
‘O, niet al te vroeg, hoor, als ik er in de loop van de middag ben, is dat vroeg genoeg. Vanaf twee uur is mijn hut beschikbaar, maar ik heb geen haast. En jullie?’
‘Wij moeten om acht uur op Schiphol zijn, dus we vertrekken om zeven uur.’
‘Oké, dan zwaai ik jou uit en vertrek ik daarna. Ilse rijdt toch, ze komt je ophalen zeker?’
‘Nee, we doen het anders. Ik neem de auto van Marije de avond voor we vertrekken mee naar huis, dan rij ik ’s morgens met die auto naar Ilse en vertrekken we van daar.’
‘Wat omslachtig, waarom doen jullie dat zo?’
‘Juist gemakkelijk, het is immers een hele omweg als ze eerst hierlangs moeten. En Marije hoeft alleen maar over te steken, dan is ze al bij Ilse.’
Nu draagt Mark haar koffer naar de auto, Lisa loopt achter hem aan met een kleine tas.
Ze gooit de achterklep dicht en draait zich om naar Mark.
‘Nou lieverd, heel veel plezier!’ Hij slaat zijn armen om haar heen en drukt haar stevig tegen zich aan. ‘Ik ga je missen! Tot gauw!’
‘Ja, tot volgende week, jij ook veel plezier daar aan het water, en goede vangst!’
Dan stapt ze in, start de motor, zwaait en rijdt de straat uit.
Een stukje verderop stopt ze even, pakt de uitgeprinte routebeschrijving erbij en daar gaat ze, op naar Frankrijk, de karpers en naar Mark! Wat zal hij opkijken!
Mark is weer naar binnen gelopen, boven maakt hij zijn koffertje open en verwisselt de viskleding voor een spijkerbroek en een paar nette korte broeken. Zo, die oude T-shirts kunnen er ook uit, een paar polo’s erin en nog twee overhemden.
Hij heeft nog alle tijd, pas tegen drie uur moet hij op het vliegveld zijn. Hij gaat nog even lekker onderuit op de bank, bak koffie erbij en zijn boek.
Pas om twee uur zet hij zijn bagage in de auto en gaat op weg naar Schiphol. Onderweg fluit hij vrolijk met de muziek op de radio mee. Wat zal zijn lief verrast zijn als hij daar opeens opduikt! Hij bedenkt allerlei opties hoe dat zal gaan. Zal hij haar vanavond opwachten in de hal van haar hotel of zal hij aankloppen aan de kamer? Nee, dat laatste is niet zo’n goed idee, de drie meiden hebben een kamer met elkaar.
Wat dan, hen achtervolgen als ze vanavond de stad in gaan en dan opeens een arm om haar heen slaan?
Wat een geluk dat ze met twee vriendinnen is gegaan en niet met een van hen. Dan zou het lastig geweest zijn om samen met Lisa dingen te gaan doen, je kunt nu eenmaal niet één persoon aan haar lot overlaten. Maar ook dat is nu geen probleem, Ilse en Marije kunnen uitstekend samen de week doorbrengen en natuurlijk kunnen ze af en toe iets met hun vieren
doen.

Intussen heeft Lisa al een heel eind van de route afgelegd. Ze is er bijna, onderweg was ze steeds bang dat Mark haar opeens zou inhalen en ontdekken dat ze dus helemaal niet op weg is naar Schiphol. Dat zou jammer zijn, ze wil hem verrassen bij het vissen.
Maar zonder de bekende auto te hebben gezien, komt ze aan bij het visgebied en al snel heeft ze het kantoortje gevonden waar ze zich moet melden.
Als alles is geregeld, krijgt ze de sleutel van haar vissershut, zoals de kleine huisjes genoemd worden en verder een stapel papieren waarin alle informatie te lezen staat voor de komende week.
Met een tevreden gevoel stapt ze even later de deur van haar tijdelijke huisje door en kijkt rond. Het ziet er prima uit en naast het huisje hangt, precies zoals Mark haar op de eerste folder liet zien, een hangmat.
Op dat moment gaat haar telefoon. Mark!
‘En, al geland? vraagt hij, ‘een goede vlucht gehad?’
‘Ja, alles ging voorspoedig, hoor,’ antwoordt ze naar waarheid. ‘En jij?’
‘Nog een uurtje, denk ik,’ antwoordt hij. ‘Nou, ik spreek je later! Voorzichtig jullie, hè?’
‘Komt goed, jij ook!’
Mark begrijpt er niets van! Het is avond geworden, hij heeft al een poos staan wachten bij de ingang van het hotel van Lisa, maar hij heeft haar, noch de andere twee gezien. Ten slotte is hij toch maar naar binnen gelopen, hij heeft de lift genomen naar de zesde etage. Kamernummer 611 was het toch? Wat zal hij doen, aankloppen of wachten? Iets verderop in de gang is een klein zitje, van daaruit kan hij precies de kamerdeur in de gaten houden. Eindelijk gaat de deur open, Mark trekt zich wat verder terug in het nisje. Maar tot zijn verbazing stapt er een oud echtpaar de gang op, eerst een vrouw, dan een man, die de deur zorgvuldig achter zich dichttrekt.
Als ze in de lift verdwenen zijn, loopt Mark langzaam naar de deur van de kamer. Ja, het staat er echt op, 611. Heeft hij zich dan vergist?
Beneden gekomen loopt hij naar de receptie en noemt de naam van Lisa.
‘Mrs Lisa van der Boom? Nee, we hebben geen gast met deze naam, het spijt me, meneer,’ krijgt hij te horen.
‘Maar ik weet zeker dat ze hier gereserveerd heeft, het betreft een driepersoonskamer,’ zegt hij.
De vrouw kijkt opnieuw in de computer. ‘Nee, het spijt me, niet in dit hotel.’
‘En Marije de Groot of misschien Ilse van Oeveren, logeren zij hier?’
De receptioniste kijkt hem nu wat argwanend aan. ‘Nee meneer, en we geven geen informatie over onze gasten.’
‘Maar het is mijn vrouw, hier, kijkt u maar! Van der Boom, ziet u wel?’ Mark legt zijn paspoort voor haar op de balie.
‘Er logeert hier geen vrouw met die naam, meneer. Sorry, er staan mensen te wachten.’
Mark is weer naar buiten gelopen, hij gaat haar bellen!

Ook Lisa begint ongeduldig te worden, wat blijft hij lang weg. Langzamerhand zijn er heel wat mensen aangekomen, maar Mark heeft ze nog steeds niet gezien. Ze staat bij de visvijver en kijkt naar de toegangsweg van het viscomplex.
Haar telefoon gaat. Het is Mark, ziet ze op het schermpje.
‘Hoi, hoe is het daar, mooi hotel?’ vraagt hij.
‘Ja, prima hoor,’ zegt ze. ‘En jij, waar ben jij, nog steeds onderweg?’
‘Nee hoor, ik ben al een paar uur geleden aangekomen. Het ziet er hier ook goed uit.’
‘O?’ zegt ze. ‘Ik dacht…’
‘Wat?’
‘Nee, niks…’
‘Ben je nu in je hut?’
‘Nee, ik sta buiten. En jij?’
‘Ik ben ook buiten, bij het hotel.’
‘Met Ilse en Marije? Gaan jullie de stad in nu?’
‘Ja, dat denk ik wel, hapje eten zo. En jij?’
‘Ja, ik ook, eens kijken in het restaurant hier.’
‘Oké, eet smakelijk dan.’
‘Jullie ook straks, ik houd van je!’
Ze mompelt nog iets en verbreekt dan de verbinding.
Hij liegt! Maar… waar is hij dan, en met wie?
Ook Mark stopt zijn telefoon in zijn zak. Waar is ze? Ze zei dat ze buiten stond, maar het was doodstil op de achtergrond, beseft hij nu. Londen en doodstil? Dat bestaat niet. Maar waar is ze dan? Haar stem klonk ook anders. Wat is er toch aan de hand?
Wacht! Hij gaat Marije bellen, gelukkig heeft hij ook haar nummer in zijn telefoon staan.
‘Met Marije,’ hoort hij.
‘Hoi, met Mark, ik probeer Lisa te bellen, maar de verbinding viel weg, is ze daar bij jou?’
‘Eh nee, ze is net even naar buiten gelopen, ik ben nog op de hotelkamer. Is er iets?’
‘Nee hoor, dan probeer ik het zo nog wel even, gezellige week, hoor!’
‘Dank je, jij ook!’
‘Dat was Mark,’ zegt Marije tegen Ilse, ‘volgens mij voelt hij nattigheid, hij kon Lisa niet bereiken, zei hij.’
‘Gewoon niet meer opnemen als hij weer belt,’ vindt Ilse, ‘dat moeten ze samen maar uitzoeken, hoor!’

Lisa heeft nauwelijks een oog dichtgedaan en ze is de volgende morgen alweer vroeg wakker.
Het eerste wat ze doet, is buiten kijken. Er zitten al een paar mannen aan de waterkant, maar in één oogopslag heeft ze gezien dat Mark daar niet bij is.
Ze toetst het nummer van Mark in.
Zijn stem klinkt nog slaperig als hij opneemt.
‘Ik dacht dat je wel wakker zou zijn,’ zegt ze, ‘jullie zouden
daar toch vroeg gaan vissen?’
‘Ik zit ook al aan de waterkant,’ zegt hij. ‘Maar echt wakker ben ik nog niet.’
‘Je liegt,’ zegt ze, ‘Mark, waar ben je?’
‘Dat kan ik beter aan jou vragen,’ zegt hij, ook al kortaf.
‘Hoezo?’
‘Ik heb geïnformeerd bij jullie hotel, maar daar ben je helemaal niet.’
‘Klopt, we zitten in een dependance, twee straten verderop. Maar jij zit ook niet bij het Lac de Première!’
‘Nee, dat klopt, het was overboekt, ik zit nu een stuk westelijker.’
‘O! Dat is wel toevallig hè?’
‘Net zo toevallig als dat dependance van jou! Ik geloof je niet, Lies, waar ben je!’
Het blijft even stil, dan zegt ze zacht: ‘Aan het Lac de Première…’
‘Wát!’ roept hij. ‘Wáár ben je?’
‘In een vissershut, klaar om karpers te gaan vissen. Maar jij bent er niet, Mark.’
Weer blijft het even stil, dan hoort ze hem zeggen: ‘Niet te geloven, Lies!’
‘Wat? Ik wilde je verrassen, ik heb omgeboekt.’
‘Lies, weet je waar ik ben?’
‘Nee, natuurlijk weet ik dat niet!’
‘In Londen.’
Nu is het haar beurt om in de telefoon te roepen. ‘Wát zeg je? Nee, dat is niet waar!’
‘Ik ben bang van wel, ik wilde jou verrassen, Lisa.’ Opeens begint hij heel hard te lachen aan de andere kant van de lijn. ‘Niet te geloven, Lies! Jij gaat vissen!’
‘Zo grappig vind ik het helemaal niet, hoor,’ zegt ze. ‘Het is hier trouwens wel mooi!’ Dan schiet ze ook in de lach. ‘Niet te geloven, inderdaad!’ zegt ze dan. ‘Maar eigenlijk vind ik het helemaal niet leuk! En wat nu?’
‘Jij een weekje vissen en ik een week alle bezienswaardigheden van Londen bekijken, denk ik, hè?’ zegt hij.
‘Nee, echt niet!’
‘Luister Lisa,’ zegt hij dan, ‘er zit niet veel anders op, vrees ik. Anders is het helemaal weggegooid geld. Jij gaat vandaag een dagje vissen, luister naar de mannen om je heen, ze zullen je graag alles uitleggen. Maar denk erom, niet met ze flirten! Ik sjouw vandaag allerlei bezienswaardigheden af en dan spreken we elkaar vanavond weer om ervaringen uit te wisselen. Is dat een goed idee?’
‘Mmm ja, misschien wel, eigenlijk ben ik toch wel benieuwd naar die grote vissen,’ zegt ze.
‘Deal! Ik bel je vanavond om acht uur, succes!’

Nu is het acht uur. ‘En?’ vraagt hij. ‘Wat gevangen? En wat vond je ervan?’
‘Fantastisch!’ zegt ze. ‘Echt fantastisch! Ik heb er een van drieëntwintig kilo gevangen. En jij?’
‘Ik ben in Westminster Cathedral geweest en ik heb de Tower Bridge gezien, geweldig! Je had gelijk, Lies, er is veel moois te zien in zo’n stad. Maar ik ben wel een beetje jaloers, als ik jou hoor over die vissen!’
‘Nou, ik overdreef natuurlijk, zo fantastisch vind ik het echt niet, maar… nou, het is ook niet zo vervelend als ik gedacht had. Het heeft wel iets, beslist!’
‘Eén ding begrijp ik niet. Waar zijn Ilse en Marije, gewoon thuis?’
‘Welnee, ook in Londen, maar in een dependance.’ Ze noemt het adres. ‘Je had ze wel kunnen tegenkomen vandaag, het is vlak bij jouw hotel.’
‘En nu?’ vraagt Mark, als ze nog even gepraat hebben, ‘wil je nog wel een paar dagen blijven?’
‘Ja, eigenlijk is het wel bijzonder,’ zegt ze. ‘Ik laat me niet kennen, ik maak de week wel vol hier. En dat moet jij ook maar doen, Londen heeft nog veel meer te bieden dan de Tower Bridge. En weet je, zoek de meiden op, dat is gezelliger, toch?’
‘Ga ik morgen doen. En meen je het echt, wil je wel blijven?’
‘Ja, ik meen het. Misschien niet de hele dag vissen, maar af en toe een paar uur in die hangmat is ook heel plezierig.’
Als Lisa het gesprek heeft beëindigd, belt ze direct naar Marije. ‘Hij wil wel blijven, hoor,’ zegt ze. ‘En ik heb al geïnformeerd, ik land morgenmiddag rond vijf uur op Heathrow. Dus negen uur bij de London Eye gaat prima lukken.’
‘Wij regelen het, hoor! Tot morgen.’

‘Leuk plan meiden,’ zegt Mark, ‘het uitzicht zal fantastisch zijn. Londen bij nacht! Wat jammer toch dat Lisa er niet bij is.’
‘Kom, instappen!’ Ilse duwt hem naar voren. ‘Er staan meer mensen te wachten.’
Mark stapt in, dan voelt hij een zacht duwtje in z’n rug.
‘Excuse me, sir, can I sit next to you?’
En voor hij antwoord kan geven, fluistert ze: ‘Volgend jaar samen karpers vissen, oké?’


Meer lezen van Ina van der Beek?

In de schaduw

In deze roman van Ina van der Beek groeit Fleur op in de schaduw van haar overleden zusje Roos. Als Roos overlijdt door een val van de schommel, is moeder Irma net in verwachting van Fleur. Irma kan niet blij zijn met de nieuwe zwangerschap. Bij het opgroeien krijgt Fleur steeds meer het gevoel dat ze het nooit goed doet in de ogen van haar moeder. Als Fleur in de puberteit komt, zoekt ze een manier om gezien te worden. Ze merkt dat klasgenoten het stoer vinden als ze durft te stelen in een winkel. Langzaam worden het grotere dingen die ze steelt: dure cadeaus geven maakt je ook populair. Zelfs op volwassen leeftijd gaat ze hier nog mee door. Hoe kan ze dit patroon doorbreken?

In de schaduw van Ina van der Beek is een aangrijpende roman over hechtingsproblematiek en de invloed van een lastige jeugd op je hele leven.


>