Preview: Betoverend Toscane

Betoverend Toscane

Vijf Nederlandse vrouwen gaan in Betoverend Toscane van Annemartien Berkelaar op beeldhouwcursus op een landgoed in Italië, ieder met een ander doel. Zo is er de 28-jarige Chloë, op zoek naar de liefde van haar leven, terwijl de 35-jarige Baukje juist vlucht voor haar opdringerige ex. Fenna kampt met een legenestsyndroom en Suzan verloor onlangs haar man, waardoor ze haar zin in het leven kwijt is. Tot slot is er Anouk, die niets liever wil dan haar hart volgen, maar nog koudwatervrees heeft. In deze feelgoodroman van Annemartien Berkelaar krijgen lezers er vijf nieuwe vriendinnen bij en wanen ze zich een paar heerlijke uren in Toscane.


Hoofdstuk 1

‘Wat ben je laat! We moeten rennen om ons vliegtuig te halen…’ roept Tanja naar haar zus Chloë als die de vertrekhal van Eindhoven Airport met grote passen binnen komt lopen. Chloë pakt haar grote schoudertas steviger beet en volgt haar zusje in hoog tempo richting de incheckbalie. Als ze in de rij staat, hijgt ze van alle inspanning.

‘De trein had vertraging, ik moest al rennen vanaf het station naar de bus…’ legt ze uit, maar Tanja schudt haar hoofd. Chloë heeft de neiging om altijd op het laatste moment aan te komen, dus het verbaast haar niet dat vandaag geen uitzondering is.

‘Vond jij het ook zo lastig om een koffer te vinden die voldoet aan de maten, zodat hij mee kan zonder extra kosten?’ vraagt Chloë en ze kijkt met afschuw naar haar eigen koffer. Hij voldoet aan de maten van de vliegmaatschappij, maar is foeilelijk. Met een foto van een palmenstrand en een hardblauwe lucht.

‘Je krijgt wel zin in vakantie van zo’n koffer,’ grijnst Tanja. Haar koffer is donkerblauw en onopvallend, precies zoals ze het graag heeft.

Eindelijk zijn ze door de incheck en ze lopen in hoog tempo naar de gate. Chloë heeft zin in een grote kop cappuccino, maar dat zit er niet meer in. Met hun koffertjes en flinke handtassen ploffen ze neer op banken van gate 6, waar veel mensen zitten. Kennelijk is het boarden nog niet begonnen.

‘Of het moet zo heel snel gaan, maar de kans is groot dat we dus te laat vertrekken,’ merkt Chloë op en ze kijkt verlangend in de richting van een Italiaans koffiebarretje. ‘Misschien kan ik toch nog gauw even wat halen?’ vraagt ze aan Tanja, die zit te appen met Carlo, haar vriend.

Tanja kijkt op haar horloge en blikt om zich heen. Ze twijfelt, straks is Chloë koffie aan het halen en moeten ze alsnog snel boarden?

Chloë is al gaan staan, als het lukt wil ze nog heel graag een shot cafeïne halen voor de vliegreis. Maar dan komen er twee mensen in het uniform van de vliegmaatschappij naar de boardingterminal. Met snelle, kordate bewegingen wordt de afzetting weggehaald. Hiermee wordt de toegang richting vliegtuig vrijgemaakt. Ondertussen staan mensen op en vormt zich al snel een rij voor de controle van de boardingpassen.

‘Jammer, maar wel fijn dat we nu niet meer hoeven te wachten,’ zegt Chloë en ze pakt haar koffer. Vlot zijn ze door de check. Na een flink stuk lopen door een lange gang, kunnen ze het vliegtuig in. Het is een heel gewurm om de koffer in het bagageluik te krijgen. Tanja schuift als eerste op haar plek en zit bij het raam. Chloë zit naast haar en de derde stoel blijft leeg.

‘Misschien komt er niemand en hebben we wat meer ruimte,’ zegt Chloë hoopvol.

Het vliegtuig zit niet helemaal vol, want deze eerste week van juni is het nog geen hoogseizoen. Ze hebben geluk dat de derde stoel niet bezet is, zodat ze een beetje schuin zittend in hun stoel de benen goed kunnen strekken.

‘Ik ben benieuwd of er ook andere gasten in het vliegtuig zitten,’ zegt Chloë op zachte toon, terwijl ze speurend om zich heen kijkt.

‘Ja, misschien wel, maar dat kunnen we niet aan hun gezicht zien,’ antwoordt Tanja en ze pakt een tijdschrift uit haar handtas.

Ze zijn op weg naar Italië, waar ze in Toscane een week op landgoed verblijven om te beeldhouwen. Ze zullen daar met een groep cursisten samen les krijgen en logeren. Tanja beeldhouwt al jaren als hobby en ze heeft Chloë ook enthousiast gekregen om het eens te proberen. Dat ze samen met haar zusje een weekje naar het prachtige Toscane mocht, gaf voor Chloë de doorslag.

‘Denk je dat ik de enige zal zijn die nog nooit iets met steen heeft gedaan? Sterker nog, ik heb niet eerder iets creatiefs gedaan,’ zegt ze vertwijfeld.

‘Ik heb het aan de cursusleider voorgelegd. Dit keer hebben de andere gasten wel iets ervaring, zei ze, maar Heidi is heel deskundig in het begeleiden van mensen voor wie het beeldhouwen nieuw is. Het komt vast goed, maak je geen zorgen. Ze klonk heel ontspannen. Het belangrijkste is dat je plezier hebt.’

Chloë zucht even, ze vindt het niet fijn om de enige te zijn zonder ervaring. Dan besluit ze dat het geen zin heeft er langer bij stil te staan. Het vliegtuig is ondertussen opgestegen en begonnen aan de luchtreis richting Pisa.

Terwijl de twee zussen naar Italië vliegen, is Baukje al aangekomen in Toscane. Ze is vanaf Amsterdam gevlogen, waar ze is uitgezwaaid door haar ex man en haar zoon.

‘Dag mam, veel plezier,’ had Daan gezegd en hij had zich stevig aan haar vastgeklampt.

‘Dag lieverd. Jullie een fijne week als mannen onder elkaar.’

Ze had haar blonde zoontje van acht flink geknuffeld en over zijn hoofd heen naar Thijs geknipoogd. Die keek wat zorgelijk, want hij zag ertegenop om een hele week verantwoordelijk te zijn voor Daan.

‘Je bent toch wel goed bereikbaar, telefonisch?’ vroeg hij toen ze Daan had losgelaten en haar bagage had verzameld.

‘Dat denk ik wel. Ik heb eigenlijk geen idee. We zullen wel zien. Volgende week zondag ben ik weer terug.’ Met een grote, niet echt gemeende glimlach zwaaide ze naar Thijs en Daan. Met een gevoel van opluchting had ze plaatsgenomen in het vliegtuig. Alone at last, voor het eerst in jaren had ze een hele week voor zichzelf. Het was een ongekende luxe waar ze al maanden naar uit had gekeken. Sinds de scheiding vond Thijs het lastig om haar los te laten. Dat was misschien wel te begrijpen, omdat zij de scheiding had gewild. Ze vroeg zich af wanneer tot hem door zou dringen dat zij nooit meer bij elkaar zouden komen. Hun relatie was gebaseerd op vriendschap en had al jaren meer als broer en zus gevoeld. En dat was voor Baukje ook de reden waarom ze op een gegeven moment niet langer met hem kon samenleven.

Maar ze zette deze gedachten van zich af, want ze was nu hier en het had geen zin om te denken aan wat geweest was. Ze wilde deze week ontdekken of beeldhouwen echt een passie voor haar kon worden. Ze had wel wat ervaring, maar een hele week alleen maar hiermee bezig zijn was nieuw voor haar. En genieten van de prachtige omgeving in Toscane en het heerlijke Italiaanse eten. Nadat ze haar huurauto had opgepikt, was ze zonder problemen naar het landgoed gereden.

Baukje parkeert haar auto naast twee andere wagens en stapt uit. Het is drie uur ’s middags en goed warm. Ze ademt diep in en geniet van de geur van rozemarijn die in de lucht hangt. Ze rekt zich even uit en pakt dan haar koffer en tas uit de auto. De voordeur gaat open en een oudere vrouw komt naar buiten.

‘Hallo, ik dacht al dat ik een auto had gehoord. Ik ben Heidi. Welkom op landgoed De Luca!’

Baukje vindt Heidi er echt als een kunstenaar uitzien. Ze heeft haar grijze haar in een asymmetrisch kapsel, waardoor er een lok voor haar gezicht valt. Ze draagt een zwart jurkje met een hardblauw vestje en zwarte slippers met een dikke zool. Haar teennagels zijn in dezelfde kleur blauw gelakt als haar vestje.

Heidi kijkt haar onderzoekend aan. ‘Ben jij Baukje?’ vraagt ze dan, nadat ze de vrouw heeft geschat op midden dertig. Baukje is de enige gast van die leeftijd. Het is een grote, stoere vrouw met halflang blond haar in een spijkerbroek en T-shirt.

‘Ja, dat klopt. Wat is het hier prachtig.’

Het valt Heidi op dat als Baukje glimlacht, haar uitstraling zachter wordt en ze minder gereserveerd overkomt.

‘Ik zal je jouw huisje laten zien.’

Heidi loopt langs het hoofdgebouw en Baukje ziet ineens rechts van zich in een andere tuin een zwembad liggen.

‘Ja hoor, daar kan je gewoon gebruik van maken. Het zwembad ligt naast het huis van de familie De Luca, die eigenaar is van het landgoed, maar is ook bedoeld voor gasten,’ antwoordt Heidi op de onuitgesproken vraag van Baukje of het zwembad bij het landgoed hoort.

Aan de achterkant van het huis staan pijnbomen met daartussen hoge houten tafels.

‘Dat zijn de werkplekken, die noemen we bokken,’ licht Heidi toe, maar ze loopt door langs de achterkant van het gebouw en nu ziet Baukje dat er ook nog een soort schuur staat.

‘Dit is een bijgebouw dat verbouwd is tot twee appartementjes. Ik gebruik de rechterkant als opslagruimte en de andere is voor jou.’

Bij het huisje hoort een klein terrasje, ziet Baukje. Binnen ontdekt ze één ruimte met een bed, een keukenblokje en een deur naar de badkamer. Het is er vrij donker en daardoor lekker koel.

‘Klein maar fijn. Hier ga ik het wel uithouden de komende week,’ zegt ze.

Nadat Heidi haar alleen heeft gelaten, laat ze zich op het bed vallen. Even liggen en dan wil ze een duik nemen in het zwembad, dat er heerlijk koel uitzag.

Algauw ligt ze te slapen.

Heidi loopt via de achterkant het hoofdgebouw weer binnen, naar de kamer waar ze een andere gast, Suzan, heeft achtergelaten om Baukje te ontvangen.

‘Zo, Baukje is geïnstalleerd. Zij is alleen. Het lijkt me een rustig, no-nonsense type,’ vertelt ze als ze samen thee aan het drinken zijn. Suzan is een vriendin van Heidi die voor het eerst mee is op deze reis. Ze is begin zeventig en is afgelopen jaar weduwe geworden.

‘Ik ben blij dat onze kamers op de begane grond liggen, want mijn knie is best pijnlijk na al die uren in de auto.’ Ze neemt genietend een slok van haar thee en kijkt rond. Ze deelt met Heidi het appartement dat bestaat uit twee slaapkamers, een woonkeuken en een badkamer. Het appartement ziet er echt Italiaans uit, met zware houten meubels en tegels op de vloer. Aan de muur hangt een schilderij van Jezus en Johannes de Doper in donkere kleuren. Boven de deur hangt het heilig hart, een ornament met een rood lampje erin. De sfeer is zwaar katholiek en ouderwets. Maar alle ramen laten uitbundig zonlicht binnen en bieden uitzicht op glooiende heuvels en een strakblauwe lucht. Heidi ziet dat haar vriendin er inderdaad vermoeid uitziet. Ze heeft Suzan die ochtend opgehaald in Pisa, maar zij is zelf vanuit Nederland naar Italië gereden in twee dagen. Ze heeft allerlei gereedschap bij zich voor de cursisten en dat is een dure grap om met het vliegtuig te vervoeren.

Suzan heeft haar lange, witte haar in een rommelige knot en draagt kleurrijke kleding, waardoor ze er jonger uitziet dan ze is. Het verlies van Gerard heeft haar hard geraakt en het verdriet heeft zijn sporen nagelaten op haar gezicht.

‘Ik ben blij dat je mee bent gekomen, Suus. We gaan er samen een fijne week van maken.’

‘Ja, dat denk ik ook. Ik verheug me erop. Maar nu ga ik even op bed liggen als je het niet erg vindt.’

Heidi loopt met Suzan naar de gang en gaat haar eigen slaapkamer binnen. Daar pakt ze haar lijst met de gegevens van de cursisten van die week. In de loop van de middag verwacht ze de rest van haar gasten. Naast de zussen en het echtpaar, verwacht ze nog twee vriendinnen; Anouk en Margje. Het is een gemêleerde groep wat leeftijd betreft, maar alle cursisten zijn vrouwen. Het is de vijfde keer dat ze deze reis organiseert. Het echtpaar, Fenna en Kees, is al twee keer eerder mee geweest, maar Kees volgt zelf niet de cursus – hij vindt het gewoon fijn om hier te zijn en geniet van de omgeving. De vorige reizen waren er altijd wel een of twee mannen in de groep die beeldhouwden. Ze is benieuwd of het gebrek aan mannen iets doet met de dynamiek van de groep.


>