Preview: Hoeve Westergaarde

Hoeve Westergaarde

Wie wordt de opvolger op Hoeve Westergaarde?

Hoeve Westergaarde is een van de grootste hofsteden van Dongelvaart, gelegen aan het riviertje de Dongel. De hoeve wordt al jaren bestierd door de familie Borgman. Nu is het de buurt aan Joost en zijn vrouw Ina. Samen krijgen ze vier kinderen en het gezin is dolgelukkig. Vader Joost zal er hoe dan ook voor zorgen dat hij een opvolger heeft en de Westergaarde onder het bewind van een Borgman blijft bestaan. Maar dat is niet zo makkelijk als de vier kinderen elk een eigen willetje hebben…

Hoeve Westergaarde van is weer een meeslepende historische boerenroman van Clemens Wisse.


De tekst op een gevelsteen aan de voorzij de van de kapitale hoeve Westergaarde luidt: De eerste steen gelegd op 3 mei 1740 door de achtjarige Leen Borgman, Gerrits zoon. Het past in de orde en regelmaat van het geslacht Borgman dat er honderdvijftig jaar later, precies op 3 mei 1890, een nazaat met dezelfde naam als eerste zoon van Joost en Ina Borgman het levenslicht ziet.
In Dongelvaart, een klein dorp aan de Dongel, een riviertje dat uitstroomt in het Dongelmeer, behoort het geslacht Borgman van oudsher tot een van de rijkste boerenfamilies. Anno 1890 zijn er tegenstellingen genoeg in het kleine boerendorp. De boeren maken samen met meneer pastoor de dienst uit, terwijl daggelders en knechten moeten dansen naar het pijpen van de bovengenoemde categorie.
Een van die daggelders is Jaap Gorter. Hij woont met zijn vrouw Greta en drie jonge kinderen in het kleine daggeldershuisje dat bij Westergaarde hoort en waar hij ook werkt. Van het karige loon dat Jaap wekelijks thuisbrengt, kunnen de Gorters geen bokkensprongen maken. Schraalhans is in het kleine huisje doorgaans keukenmeester. Als boerin Ina Borgman alweer op de been is, loopt Greta Gorter nog met een dikke buik rond.
Desondanks moet zij nog dagelijks de boerin van Westergaarde helpen. Het boenhok is haar domein, waar zij samen met de tweede meid het melkgerei moet spoelen. Tweede meid is een grote naam voor de 14-jarige Betje Janssen.
Het zware werk is dus grotendeels voor Greta weggelegd. Boer Joost Borgman is geen nare kerel, maar hij leeft naar de tradities van zijn geslacht. Zijn vrouw Ina is de dochter van een rijke boer uit een ander dorp en hangt graag de ‘grote dame’ uit. Als zij op zondag naar de kerk gaat, pronkt zij graag met haar dure sieraden. Zij kan het doen, want het kapitaal van de rijke boer Joost Borgman opgeteld bij haar riante bruidsschat vormt een gigantisch bedrag. Toch wordt het geld niet over de balk gegooid, want de traditie van het geslacht Borgman houdt in dat door huwelijken op stand het kapitaal moet groeien.
Dat meer dan de helft van de dorpsbewoners moet zien rond te komen van een karig loon, accepteren de rijke boeren. Mochten zich soms redenen voor mededogen voordoen, dan sust de jaarlijkse contributie aan de armenkas van de parochie hun schuldgevoel, als dat er al is.
Greta Gorter is een van die vrouwen die moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Met haar dagelijkse taak op Westergaarde verdient zij een grijpstuiver, waarvan een deel in een van de spaarpotjes gaat. Zij heeft aparte potjes voor kleding, schoeisel, schoolgeld en brandstof. Op de dagelijkse kost probeert zij zo min mogelijk te bezuinigen, want Jaap en de kinderen moeten voldoende eten binnenkrijgen. Ondanks dat bestaat het broodbeleg doorgaans uit een lik reuzel.
Alleen Jaap krijgt vaak een plakje kaas of een schijfje spek op zijn brood, want hij moet het zwaarste werk op de hoeve verrichten. Zelf heeft Greta voor haar dagelijkse werk bij de boer en in haar huishouden ook goede voeding nodig, maar zij vindt dat ze dat tegenover de kinderen niet kan verantwoorden, dus neemt ook zij genoegen met een lik reuzel. Dokter Vrijling beknort haar erom, vooral nu zij hoogzwanger is van haar vierde kind. Ook het zware werk op de hoeve baart hem zorgen.
Gelukkig is Greta een gezonde vrouw, die hard werken gewend is, maar zij merkt dat het werk op de hoeve haar steeds zwaarder valt nu de geboorte van haar kindje niet lang meer op zich zal laten wachten. Dokter Vrijling denkt er ook zo over.
‘U moet in uw positie erg voorzichtig zijn met sjouwen, mevrouw Gorter,’ zegt hij als hij eens komt kijken hoe Greta het maakt. Dokter Vrijling spreekt alle getrouwde vrouwen aan met ‘mevrouw’, ongeacht of hij de vrouw van de notaris of een arbeidersvrouw voor zich heeft.
‘Hoelang denkt u dat het nog duurt, dokter?’ vraagt ze.
‘Precies weet ik het uiteraard niet, mevrouw, maar hooguit een paar weken, wellicht korter.’ Als Jaap die middag komt eten, begint Greta erover.
‘Het spoelwerk in het boenhok van de hoeve begint mij wel erg zwaar te vallen, Jaap. De dokter, die hier vanmorgen was, vindt dat ook. Hij denkt dat ons kindje binnen enkele weken geboren zal worden. Wil jij er eens met de boer over praten?’
‘Jij kunt er toch zelf ook met de boerin over praten, Greta?’ vindt Jaap, maar Greta schudt haar hoofd.
‘Het is niet de boerin die mij werk opdraagt, maar Mien Vink en dat is nogal een eigenaardig mens zoals je weet.’
‘Ik ben het met je eens dat het gesjouw met het melkgerei voor jou te zwaar is en als de dokter nu ook al zegt dat het zelfs gevaarlijk is in jouw positie, dan moet Mien zelf het zware werk maar tijdelijk van jou overnemen. Ik vraag het Joost wel.’ De volgende dag trekt Jaap de stoute schoenen aan en vertrekt naar Joost.
‘De dokter vindt dat het gesjouw met melkgerei voor Greta te zwaar wordt nu zij al gauw haar kindje moet krijgen, Joost. Kan jij ervoor zorgen dat ze alleen nog lichte klusjes moet doen?’
‘Jij moet toch weten dat de boerin over het vrouwelijk personeel gaat, Jaap,’ zegt de boer verbaasd. ‘Vraag het aan haar, maar wacht even tot we thee gaan drinken, want ze rust na het middageten nog een poosje. Na de geboorte van Leentje is ze nog niet helemaal de oude.’
‘Dat is goed, Joost.’ Jaap gaat weer aan het werk en bedenkt dat Greta nooit tijd heeft gehad om na het middageten te gaan rusten na de geboorte van een kleintje. Al na één week was ze weer op de been. Leentje is al drie weken oud. Hoewel de boerin helpt bij het kaasmaken, heeft ze voor het overige werk haar personeel.
‘Jaap wil je wat vragen, Ina,’ zegt Joost als ze thee komen drinken. ‘Vragen staat vrij, Jaap. Wat heb je op je lever?’ Ze heeft het met een glimlach gevraagd.
‘Ik niks, Ina, maar Greta wel. De dokter is vanmorgen geweest en hij heeft haar sterk afgeraden nog met zwaar melkgerei te sjouwen.’
‘Wanneer verwacht ze de kleine?’
‘De dokter had het over hooguit een paar weken.’
‘Zó gauw al? Ja, dan is het inderdaad gevaarlijk om zwaar werk te verrichten. Ik zal Mien vragen te komen helpen. Als Greta het werk samen met Betje kan klaren, dan kan Mien dat ook.’
‘Als Greta na de geboorte weer op krachten is, komt ze natuurlijk weer gewoon spoelen, Ina.’ Jaap zegt het maar voor alle zekerheid, want ze kunnen die bijverdienste niet missen, zeker niet nu er weer een kind bij komt.
‘Hoe ben je op de hoeve gevaren, Jaap?’ vraagt Greta als Jaap thuiskomt voor de avondboterham.
‘Joost verwees me naar Ina. “Je weet toch dat zij over hetvrouwelijk personeel gaat!” zei hij en daar heeft hij natuurlijk gelijk in.’
‘En heb je met de boerin gesproken?’
‘Ja, toen we thee gingen drinken. Eerder kon niet, want “mevrouw” moest na het middageten nog wat rusten.’ Hij zegt het met een cynische klank in zijn stem. ‘Daar heb ik nooit tijd voor gehad, Jaap.’
‘Ik weet het, vrouw, maar Ina zorgt wel voor een oplossing. Ze zal Mien vragen te komen helpen, zodat jij niet meer zwaar zal hoeven te tillen.’
‘Dat valt me niet tegen van haar, Jaap.’
‘Mij ook niet. Ze is wel wat uit de hoogte, maar echt naar is ze niet.’
‘Ik heb weinig met de boerin te maken, want Mien draagt mij het werk op, zoals je weet.’

Intussen gaat Ina naar de eerste meid en legt haar uit wat de bedoeling is, maar dan kijkt Mien haar nijdig aan.
‘Je denkt toch niet dat ik als eerste meid melkgerei ga spoelen!’
‘Wat ik denk gaat jou niets aan, Mien. Greta is hoogzwanger en het is voor jou zeker niet zo’n opgave om met de hulp van Betje het zware werk tijdelijk van haar over te nemen.’
Als vooraanstaande boerin heeft Ina geen zin om met haar eerste meid over dit onderwerp verder in discussie te gaan en ze gaat terug naar de huiskamer, Mien woedend achterlatend. Zodra Mien Joost ziet, klampt ze hem aan.
‘Ik ben woest, Joost,’ zegt ze met een verkrampt gezicht.
‘Waarover, Mien?’
‘Je vrouw draagt mij het werk op van een tweede meid en daar pas ik voor.’
‘Ze heeft je gevraagd tijdelijk het zware werk van Greta over te nemen, heb ik begrepen.’
‘Zo is het. Dat ze Greta wil ontzien begrijp ik, maar er zijn bosjes vrouwen die graag een paar centen bij verdienen, dus waarom moet ik het doen?’
‘Het is toch maar tijdelijk, Mien?’
‘Ga je vrouw nou niet naar de mond praten, maar zeg haar waar het op staat. Jij moest nog geboren worden toen ik hier al werkte. Je hebt verplichtingen aan me, Joost!’
‘Ik weet het, Mien.’ Joost zit met het geval in zijn maag. Hij zit nu tussen twee vuren in. Mien afvallen wil hij niet. Zij was er altijd. Als moeder ziek was of door zorgen gekweld werd, was Mien er altijd voor hem. Zij was als het ware zijn tweede moeder en als kind hing hij aan haar, ook op latere leeftijd.
Nog niet zo lang geleden koppelde zijn vader hem aan Ina. Een beste partij , want Ina is een dochter van de rijke boer Leen Duivelaar uit Kalshout, dat zo’n tien kilometer van Dongelvaart ligt. Bezwaren kon hij niet maken, want trouwen op stand was en is het credo van de familie Borgman. Als geld geen rol gespeeld had, dan was hij liever met Nellie Deegers, de dochter van een veehandelaar, getrouwd. Mien was degene bij wie hij terechtkon met zijn zorgen. Ja, hij heeft verplichtingen aan Mien, maar Ina is de boerin en zij gaat over het vrouwelijk personeel. Dat heeft hij ook tegen Jaap gezegd. Toch heeft Mien wel gelijk dat er genoeg vrouwen zijn die de taken van Greta tijdelijk zouden willen overnemen.
Hij belooft Mien dat hij haar suggestie aan Ina zal voorleggen.
‘Ik reken op je, Joost.’ Als Joost binnenkomt, besluit hij de kwestie meteen voor te leggen aan Ina.
‘Mien schoot mij aan om haar beklag te doen over de opdracht die jij haar gegeven hebt, Ina.’
‘Dat verbaast me niks, want jullie zijn twee handen op één buik. Moet ik soms zelf het melkgerei gaan spoelen?’
‘Niet meteen je stekels opzetten, vrouw. Mien vindt dat er wel tijdelijk iemand kan worden ingehuurd om dat zware werk te doen.’
‘Geen sprake van, Joost. Mien heeft maar te doen wat ik haar opdraag en verder niets. Bemoei jij je er niet mee en laat het vrouwelijk personeel maar aan mij over.’
En daar kan Joost niets tegen inbrengen, want in feite denkt hij er zelf ook zo over, maar toch valt het hem zwaar niets voor Mien te kunnen doen. De volgende dag komt Greta met haar dikke buik, samen met Betje, om het melkgerei te gaan spoelen en ze rekent er dan op dat Mien het sjouwwerk voor haar rekening zal nemen.
‘De boerin heeft gezegd dat Mien komt helpen met het zware werk, Betje.’ ‘Dat is fijn, Greta, want voor jou wordt het veel te zwaar en alleen krijg ik die zware emmers ook niet op de rekken.’
Ze beginnen alvast met het spoelen, maar Mien komt niet helpen. Ze komt wel even kijken, maar ze gaat meteen weer weg.
‘Jullie redden het wel, hè?’ veronderstelt ze.
‘Je zei toch dat Mien zou komen helpen, Greta,’ zegt Betje.
‘Dat zou ze ook volgens Jaap, ik begrijp er niks van.’ Als de boerin later even komt kijken, is ze verbaasd dat Mien er nog niet is.
‘Heb je Mien nog niet gezien, Greta?’ vraagt ze.
‘Ja, ze kwam even kijken en veronderstelde dat wij het wel zouden redden en ging daarna weer weg. Jaap zei me dat ze zou komen helpen met het zware werk.’
‘Mooie boel!’ moppert de boerin, maar voordat ze Mien ter verantwoording roept, wil ze wel weten of Joost daar de hand in heeft . Ze vindt hem op het erf.
‘Heb jij Mien gezegd dat ze niet hoeft te helpen met het melkgerei, Joost?’ vraagt ze, maar Joost schudt zijn hoofd. ‘Je zei dat ik me er niet meer mee moest bemoeien en dat heb ik ook niet gedaan. Wat is er aan de hand?’
‘Mien negeert mijn opdracht, maar dat pik ik niet. Al moet ik haar er met de haren bij slepen, ze moet doen wat ik haar opdraag. Dat is nogal wat moois als het personeel opdrachten negeert. Dat zou jij van Jaap toch ook niet accepteren!’
‘Wacht nou even met haar de stuipen op het lijf te jagen, Ina. Ik zet zelf het zware melkgerei wel op de rekken.’
‘Als jij zo bezorgd bent om Mien, dan ga je zelf maar met haar praten. Zorg er wel voor dat ze morgenochtend helpt en maak haar meteen duidelijk dat ik niet met me laat sollen.’
Het loopt helemaal anders. Door alle commotie kan Joost de slaap die nacht niet vatten en als hij hoort dat Jaap met paard en tilbury in de weer is, weet hij wel zeker dat het kindje van Greta op komst is. Even bekruipt hem de vrees dat Greta door het zware tillen van de laatste weken een miskraam gekregen heeft , maar als hij vlug naar beneden gaat en Jaap nog bezig ziet, stelt die hem gerust. Zelf stikt Jaap ook bijna van de zenuwen.
‘Wil je Mien vragen naar Greta te gaan, Joost? Ik vind het eng haar alleen achter te laten terwijl ik vroedvrouw Dora ophaal.’
‘Dat zal ik doen, Jaap.’ In plaats van Mien de mantel uit te vegen kan hij nu haar hulp inroepen om Greta op een heel andere manier bij te staan.
‘Wat is er aan de hand, Joost?’ vraagt Mien met een slaperig gezicht als zij op zijn kloppen de deur van haar kamer opent.
‘Jaap is naar de vroedvrouw, Mien. Hij wil Greta met de kinderen niet alleen laten en vraagt of jij naar haar toe wilt gaan.’
‘Ik trek even wat aan en ga er dan heen. Ga jij nog maar een uurtje slapen, jongen, want ik zie op de wekker dat het al halfdrie is.’ Joost is aangenaam getroffen door de zorgzaamheid van Mien. Zo kent hij haar. Hulp bij het spoelen van het melkgerei regelt hij morgen zelf wel, want Greta is er voorlopig niet toe in staat en Mien wil hij ontzien. Ina met haar kippendrift . Tijdelijke hulp is toch zó geregeld!


>