Preview: Kindlief

Kindlief

Tim en Aletta, de hoofdpersonen in Kindlief van Greetje van den Berg zijn in blijde verwachting van hun eerste kindje, een meisje volgens de echo. Als Aletta bevalt, komen zij en Tim voor een verrassing te staan. Hun baby blijkt geen meisje, maar ook geen jongen te zijn. Noa, zoals ze hun kind besluiten te noemen, is interseksueel. Hoop en verwarring wisselen elkaar af, maar uiteindelijk groeit Noa op tot een prachtig jongetje. Zal hij in de gaten krijgen dat hij anders is dan anderen?

Kindlief van Greetje van den Berg is een aangrijpende familieroman over een jong gezin dat ondervindt wat er gebeurt als hun kind anders is dan anderen.


Hoofdstuk 1

2014

‘Duurt het nog lang?’ Tim Demmendaal leunt met zijn armen over elkaar tegen de geopende garagedeur. Zijn blik glijdt naar Aletta, zijn vrouw, die binnen haar motor poetst alsof haar leven ervan afhangt. Haar shirt kleeft aan haar rug. Als ze hem hoort, gaat ze rechtop staan en haalt snel haar hand door haar korte, donkerblonde haar.

‘Regent het niet meer?’ wil ze weten.

‘Al een halfuur niet meer,’ reageert hij spottend. ‘We zouden meteen vertrekken als het droog werd, weet je nog? Als je zo doorgaat, kunnen we beter thuisblijven.’

‘Even nog.’ Bijna verliefd bekijkt ze haar nieuwe Kawasaki, een mooi licht model, die ze in het voorjaar heeft gekocht. Bij elke rit geniet ze van de grandioze afwerking, van het digitale TFT-scherm waarop alle informatie staat die ze nodig heeft. Vanaf het begin heeft ze het gevoel dat ze de motor totaal beheerst, dat ze er één mee wordt. Feilloos volgt hij de bocht vanaf het moment dat ze die instuurt. Haar eerste spiksplinternieuwe motor. Het is een droom die werkelijkheid is geworden. Ze heeft altijd tweedehands gereden. Daar was niets mis mee, maar dit voelt als pure luxe, als een genot dat je alleen kunt begrijpen als je zelf motorrijdt.

Ze poetst een denkbeeldig vlekje weg. ‘Alleen het stuur en de spiegels nog, dan kunnen we.’

Tim zucht. ‘Ik ga de proviand vast in de koffer stoppen. Alles staat allang klaar.’ Demonstratief kijkt hij op z’n mobiel. ‘Het is inmiddels elf uur en ik had veel eerder weg gewild. Als ik alles in de koffer heb, trek ik m’n motorpak aan en dan vertrek ik. Je ziet maar wat je doet, maar ik ga hier niet nog langer rondhangen.’

‘Is goed!’ Aletta poetst door. Geërgerd veegt ze af en toe het haar uit haar gezicht. Onlangs heeft ze zich een kort kapsel laten aanmeten met een langere lok op haar voorhoofd. In de praktijk blijkt die niet altijd even praktisch.

Tim heeft gelijk, realiseert ze zich. Van deze dag moeten ze genieten. Gisteren was het nog tropisch warm, te warm om motor te rijden. Vanmorgen regende het, maar voor de rest van de dag is droog weer voorspeld. Ze hadden veel eerder moeten vertrekken, maar sinds ze haar nieuwe motor heeft, besteedt ze een groot deel van de morgen aan poetsen. Ze weet zelf ook dat het overdreven is, maar ze geniet ervan als alles glimt en soms gaat ze daar te ver in. Ze wordt meer dan eens van perfectionisme beticht. Misschien is dat een beetje overdreven, maar ze weet van zichzelf wel dat alles moet kloppen. Of het nu om haar werk als jurist bij de gemeente gaat of om haar motor, niemand mag er iets op aan te merken hebben.

‘Dat gaat je nog flink opbreken als de kleine er is,’ had Sylvia, een van haar zussen, opgemerkt toen Tim en zij op bezoek waren om te vertellen dat ze een baby verwachten. ‘Met een kind in huis wordt alles anders.’

‘Dan verander ik wel mee,’ had ze luchtig gereageerd, maar in haar hart weet ze dat het moeilijk zal worden en dat haar zwangerschap haar daarom met dubbele gevoelens vervult. Net als Tim vindt ze het geweldig dat ze samen een kind krijgen en tegelijk is ze onzeker. Zal ze wel een goede moeder zijn? Kan ze er wel tegen als een kind in huis voor rommel zorgt, als plannen in de war worden geschopt omdat het ziek is, hangerig of huilerig? Bovendien zal ze voorlopig het motorrijden moeten opgeven. Nog een week of zes, daarna zal het echt niet meer prettig zijn om nog te rijden. Ze merkt nu al dat ze bang is om te vallen en dat maakt dat ze lang zo zorgeloos niet rijdt als anders.

Tim nadert in zijn motorpak, fluitend en schijnbaar opgewekt, maar ze kent hem goed genoeg om te weten dat hij zich groen een geel ergert. Terecht, beseft ze, en nog voordat hij de garage binnenkomt, staat zij al buiten. ‘Ik kom eraan. Even snel m’n pak aantrekken. Heb je niet vergeten om…’

‘Ik heb alles gepakt wat je in de koelkast bij elkaar had gezet. Schiet nu maar op.’

Wanneer ze naar binnen loopt, voelt ze zich onrustig en ze heeft geen idee waarom.

Aletta was altijd een stoere meid geweest. Die indruk wekte ze in ieder geval. Na drie dochters was zij acht jaar later als vierde dochter van Alfred en Jacoline Kramer ter wereld gekomen. Alfred zei weleens gekscherend dat Aletta zijn felbegeerde zoon was, vermomd als vrouw. Hij maakte er geen geheim van dat hij blij was met zijn dochters, maar dat hij ook graag een zoon zou hebben gehad. Aletta was een halve jongen. De poppen van haar oudere zussen liet ze links liggen. Ze was veel meer geïnteresseerd in de auto’s die Jacoline en Alfred destijds voor hun dochters hadden gekocht omdat ze hun kinderen niet direct al een meisjesrol wilden opdringen.

Er was nauwelijks mee gespeeld en toen Alfred in de gaten kreeg dat Aletta hevig geïnteresseerd was, kon hij het niet laten om haar regelmatig te verrassen met nieuwe, glanzende speelgoedauto’s. Ze was nog maar net drie toen ze alle merken uit haar hoofd kende. Wanneer Jacoline met haar dochter naar de winkel liep, wees ze onophoudelijk naar de geparkeerde auto’s en riep ‘Cedes’, ‘Fiat’, ‘Rono’, ‘BW’ en ‘Citren’. Het duurde niet lang voordat ze alle merken helemaal goed uitsprak.

De familie Kramer woonde in een vrijstaand huis aan een hofje in een klein dorp in de Noordoostpolder. Achter het huis lag een lange tuin die grensde aan een klein bos. Voor Aletta was dat een gebied met onuitputtelijke spelmogelijkheden. Ze zocht haar eigen klimboom uit, bouwde samen met de jongens uit de buurt een hut, waarin ze zich uren kon vermaken. Alfred knutselde een heuse kinderquad in elkaar en nam haar regelmatig mee naar een terrein waar ze, zonder voor anderen een gevaar te vormen, naar hartenlust kon racen. Ze was niet bang voor snelheid. Het waren die momenten waarop Alfred volop genoot van zijn dochter, meer dan hij ooit van zijn andere dochters had gedaan. Dat had hij nooit hardop durven uitspreken.

De rest van de familie sloeg het allemaal welwillend gade. Marinka, Romy en Sylvia, haar drie oudere zussen, vonden het allang prima dat zij niet vaak werden ingezet om op hun jongste zusje te passen. Ze hadden hun eigen leven en dat verschilde nogal van dat van Aletta. Toen zij naar de basisschool ging, ging Marinka op kamers in Groningen. De andere twee begonnen zich te interesseren voor jongens en uitgaan. Er was regelmatig ruzie in huize Kramer als Romy wel op zaterdagavond naar het dorpshuis mocht omdat daar een band optrad en hun ouders Sylvia nog net te jong vonden. Aan tafel werd er gepraat over school, over studie, over het wonen in een grote stad zoals Marinka. Regelmatig aten vrienden en vriendinnen mee. Haar moeder was geen vrouw die haar huishouden tiptop op orde had. Veel belangrijker vond ze het dat iedereen zich er welkom voelde. De mensen die aanschoven vonden het kleine zusje wel grappig, maar de verhalen over de basisschool die Aletta probeerde te vertellen, waren een stuk minder interessant. Meestal gingen ze snel weer over op andere gespreksonderwerpen.

Om zich te laten horen maakte Aletta grapjes en deed extra goed haar best op alles wat ze deed zodat ze complimenten kreeg. Ze genoot van de aandacht als haar vader uitvoerig vertelde over haar vorderingen en waaghalzerij als ze er samen met de quad op uit waren geweest..

Voor Aletta werd het heel belangrijk om de leukste en de beste te zijn.

Haar zussen waren allemaal het huis uit toen zij naar het vwo ging. Ze kon goed leren, haalde hoge cijfers en als die eens iets minder waren, baalde ze. Van quadrijden was allang geen sprake meer. Ze ging er nooit meer met haar vader op uit. Haar leven op school werd belangrijk. In haar klas waren een paar meisjes heel populair. Aletta hield zich in eerste instantie verre van hen. Hun interesse in make-up en mode deelde ze niet. Van de gesprekken die de jongens voerden over voetbal of motorraces genoot ze veel meer.

Langzamerhand trok ze zo steeds meer hun aandacht. De jaloezie van haar vrouwelijke klasgenoten was voelbaar. Ze bleef zichzelf en langzaam sloeg de jaloezie om in bewondering.

Zonder het te willen werd ze het populairste meisje van de klas en in stilte genoot ze ervan.

Op haar achttiende ging ze rechten studeren in Groningen. Door de week verbleef ze bij Marinka, die daar na haar studie was blijven hangen, inmiddels een prima baan bij een grote bank had en een appartement bewoonde dat ruim genoeg was voor twee personen.

Aletta behaalde vlot haar rijbewijs, en toen ze een paar keer met een studiegenoot mee mocht rijden op zijn motor, wist ze dat zij ook haar motorrijbewijs wilde halen.

Dankzij haar baan als serveerster in een restaurant was ze in staat die lessen zelf te betalen. Dat kreeg ze van haar ouders mee. Ze was als kind verwend, maar nu ze ouder werd, moest ze zelf werken voor haar geld en haar hobby’s. Voor de tweedehands Kawasaki die ze kort na het behalen van haar motorrijbewijs kocht, kreeg ze een lening van haar ouders, die ze zo snel mogelijk afbetaalde. Ze behaalde haar master, vond een baan bij de gemeente Noordoostpolder en huurde een klein appartement in het dorp waar ze was opgegroeid.

Zo zag haar leven eruit op de dag dat ze Tim Demmendaal ontmoette.

Tim was opgegroeid op een boerderij aan de rand van het dorp waar Aletta woonde. Hij had een broer die anderhalf jaar jonger was. Aletta en hij hadden bij elkaar op school gezeten. Tim zat drie klassen hoger dan zij. Op het schoolplein waren ze elkaar regelmatig tegengekomen. Vanwege het leeftijdsverschil hadden ze nooit enige belangstelling voor elkaar getoond. Later konden ze zich elkaar niet eens meer herinneren.

Roel en Monica Demmendaal, de ouders van Tim en zijn broer David, waren druk met hun veeteeltbedrijf, en ze vonden het niet meer dan vanzelfsprekend dat hun kinderen al jong meehielpen. Tim deed keurig wat er van hem werd gevraagd, zonder dat het echt zijn hart had. Op jonge leeftijd was al wel duidelijk dat David het echte boerenbloed bezat. Hij deed altijd net iets meer dan Tim. Hij vond het geweldig om zijn vader te helpen als er een koe moest kalven en daarvoor kwam hij zelfs midden in de nacht zonder morren zijn bed uit.

Tim was meer geïnteresseerd in de tractor van zijn vader. Al jong keek hij toe als zijn vader eraan sleutelde en lang voordat hij zijn rijbewijs behaalde, reed hij met de tractor op de weg. Veel vrienden had hij niet op school. Hij trok nog weleens op met de jongens uit de buurt, met wie hij vanaf de boerderij naar school fietste. Samen met hen knutselde hij een elektrische skelter in elkaar en in hun spaarzame vrije tijd gingen ze daarmee racen op een industrieterrein in de buurt dat er in het weekend verlaten bij lag. Daarna volgden de opgevoerde brommers. Alles wat maar snelheid kon maken, had al jong de interesse van Tim. En hij had nog een interesse. De vooruitgang stond niet stil in hun boerenbedrijf. De computer deed zijn intrede en de programma’s werden steeds geavanceerder. Zijn vader was huiverig voor de nieuwe technieken. Tim drong aan en werd daarbij gesteund door zijn moeder. Samen met haar installeerde hij de computer met de daarbij behorende programma’s. Met bewonderenswaardig geduld legde hij zijn vader uit hoe het apparaat werkte totdat ook hij de voordelen ervan inzag.

Op Koninginnedag werd de jaarlijkse autocross gehouden. Op zijn dertiende kreeg hij de licentie om eraan deel te mogen nemen. Samen met de buurjongens en een buurmeisje knutselde hij een oude, knalgele Ford Escort om tot een puike crossauto met sportieve strepen en indrukwekkende logo’s. Trots als een pauw verscheen hij die eerste keer aan de start. Dat hij als een van de laatsten in de juniorklasse eindigde, was geen belemmering om de volgende keer aan de start te verschijnen met een oogverblindende rode Toyota Starlet.

Voor zijn studie Business Information Technology verhuisde hij naar Enschede, maar elk jaar nam hij weer deel aan de autocross. Hij was van plan om na zijn studie een baan in Enschede te zoeken en er te blijven wonen, maar de ontmoeting met Aletta in haar leren motorpak na afloop van een cross waarbij hij tweede was geworden stuurde al zijn plannen in de war.

Dit keer deed het leeftijdsverschil er niet meer toe. Hij werd getroffen door het stoere en toch vrouwelijke dat Aletta in zich verenigde en deed iets wat hij nooit deed omdat hij daar te verlegen voor was. Hij liep op haar af, wendde interesse in haar Kawasaki voor en informeerde toen of ze een biertje met hem wilde drinken. Tot zijn verbazing stemde ze meteen toe.

Die avond werden Jacoline en Alfred Kramer ongerust omdat Aletta veel later thuiskwam dan ze van haar gewend waren. Het was al na twaalven toen ze haar motor buiten hoorden aankomen. Ze liet niet veel los, maar een week later deelde ze mee dat ze zou worden opgehaald door Tim Demmendaal en dat de kans groot was dat hij hun schoonzoon zou worden. Op dat moment hadden ze met de mond vol tanden gezeten.

Die avond stopte er een kleine, stokoude maar goedverzorgde Fiat voor de deur. Daaruit sprong een vriendelijke jongeman, die eerst naar binnen kwam omdat hij zich wilde voorstellen. ‘Dan weet u met wie uw dochter onderweg is.’

Vanaf dat moment hoopten ze dat Aletta nooit meer naar een andere man zou kijken.

En dat deed ze ook niet.

Wanneer Aletta eindelijk achter Tim aan over de polderwegen rijdt op weg naar het noorden omdat ze vanuit Noordoostpolder richting Friese meren willen toeren, glijden haar gedachten onwillekeurig weer naar de begintijd van hun relatie. Tim had het autocrossen ingeruild voor motorrijden. Nadat hij zijn rijbewijs had gehaald, trokken ze er samen op uit. Tijdens hun vakanties verkenden ze grote delen van Europa.

Op hun huwelijksdag reed Tim met Aletta in haar trouwjurk achterop naar het gemeentehuis en later naar de kerk.

Het was de enige keer dat Aletta bij hem achterop zat.

Tim komt nog regelmatig op de boerderij van zijn ouders. Zijn broer David werkt nu al samen met zijn vader en zal later samen met zijn vriendin Sara het bedrijf overnemen. Tim adviseert zijn ouders nog regelmatig op ICT-gebied, al is het meestal zijn moeder die dat op zich neemt. Elke nieuwe ontwikkeling wordt door zijn vader eerst argwanend bekeken totdat Tim hem heeft weten te overtuigen van de voordelen.

Aletta heeft er soms moeite mee dat Tim het leven veel makkelijker opneemt dan zij. Hij lijkt zich nergens druk over te maken. Voor hem lijkt het feit dat ze straks ouders van een kind zullen zijn alleen maar een groot feest. Ze durft hem niet eens te vertellen dat ze soms bang is dat ze het niet goed zal doen. Hij zal haar proberen te overtuigen dat ze wat meer vertrouwen moet hebben en dat klinkt haar te makkelijk

Misschien is het voor een moeder anders dan voor een vader. Het is alsof ze nu de verantwoordelijkheid voor dit kind al op haar schouders voelt drukken. Het is aan haar om het een gelukkige jeugd te geven, maar stel je voor dat ze daarin fouten maakt?

Ze rijdt achter Tim. Op dit moment, terwijl de Noordoostpolder overgaat in het Friese land, staat er niets tussen hen in. Normaal gesproken voelt ze zich altijd vrij zodra ze op haar motor zit. Vandaag wil dat niet lukken.


>