Winterverhaal: Liefde en chocola in Crans-Montana – Kyra Rutgers

Na haar ontslag bij een makelaarskantoor en een teleurstelling in de liefde, stuit Rosa op een interessante vacature in het prachtige bergdorpje Crans-Montana in Zwitserland. Werken bij een ambachtelijke chocolaterie is een droom voor een echte chocoladeliefhebber als zij! Wanneer ze wordt aangenomen, kan ze haar geluk niet op. Al snel heeft Rosa het helemaal naar haar zin en kan ze de vervelende periode achter zich laten. Maar wie is toch die mysterieuze man, die elke dag bij de chocolaterie dezelfde bestelling doet?


Liefde en chocola in Crans-Montana

Winter is the time for comfort,
for good food and warmth,
for touch of a friendly hand and for a talk beside the fire.

- Edith Sitwell

Rosa brengt het koffiekopje naar haar lippen en neemt een slok. Haar gezicht maakt een trekkende beweging door de inmiddels koud geworden espresso die bitter smaakt. Dan stort ze zich weer op het bestand, de verkoop-brochure, die openstaat op haar beeldscherm. Haar roodgelakte nagels maken een tikkend geluid als ze over het toetsenbord gaan. Tips die kunnen helpen uw huis sneller, maar vooral voor een hogere prijs te verkopen. De eerste indruk is bepalend. Wat veel verkopers onderschatten is de voortuin. Die moet er verzorgd uitzien. Maai het gras, snoei de bomen en spuit de stoep netjes schoon. En vergeet vooral het onkruid niet.
Nadenkend kijkt ze even omhoog. Shit, ze had laatst allemaal goede verkooptips bedacht en nu kan ze zich die niet meer herinneren. Waarom heeft ze het toen ook niet meteen opgeschreven! Het helpt ook niet mee dat haar gedachten steeds afdwalen naar gisteravond.
Na een heerlijke vrijpartij met Erik, de eigenaar van het makelaarskantoor waar ze nu zo’n vier maanden werkt en met wie ze al bijna even lang een relatie heeft, hadden ze nog een glaasje witte wijn in bed gedronken. Ze hadden het gehad over een minitripje naar Parijs. Dat moest in een weekend plaatsvinden, want het zou opvallen als ze tegelijkertijd vrij zouden nemen. Rosa was het met Erik eens dat ze hun romance voor hun collega’s voorlopig geheim moesten houden. Zij was nog maar net nieuw op het kantoor en Erik wilde voorkomen dat er geroddeld zou worden. Hij had haar ook gewaarschuwd niets door te laten schemeren, zeker niet bij directiesecretaresse Anja alias de kwaadsprekende petemoei. ‘Zij is net een incontinente lekbak,’ had Erik gezegd. ‘Zodra haar ook maar iets ter ore komt, kletst ze het aan iedereen door.’ Het was ook best bizar. Rosa kreeg die baan en er meteen een nieuwe liefde bij. Maar wat voelt ze zich gelukkig met een man als Erik aan haar zijde. Hij is zo knap. Zijn doordringende ogen, die zo groen zijn als die Balinese sawa op een foto uit een reisgids, doen haar hart elke keer weer smelten. En hij is lief, charmant en welbespraakt. In gedachten ziet ze al voor zich hoe ze in zijn witte Porsche naar Parijs rijden, de stad van de liefde. Zij samen wandelend over de Champs-Élysées, struinend langs de oevers van de Seine, dinerend bij kaarslicht in een authentieke bistro, en aansluitend een lange, zwoele nacht waarin ze telkens weer elkaars lichamen herontdekken.
‘Hè verdorie, concentreer je,’ vermaant ze zichzelf, terwijl ze een blik werpt op haar horloge. De deadline voor de brochure nadert en ze moet ook de taxatierapporten nog afronden. En de klokt tikt snel verder.
Tweeënhalf uur zwoegen en een kop koffie en twee Bounty’s later, is Rosa eindelijk klaar. Ze mailt de verkoop-brochure door naar haar collega’s en haast zich met de taxatierapporten onder haar arm naar het kantoor van Erik, dat gevestigd is op de eerste etage. De deur is dicht. In zijn agenda had ze gezien dat hij geen afspraken heeft, dus ze zwiept de deur open. Rosa staat als aan de grond genageld wanneer ze Erik zoenend met een andere vrouw ziet. Verbijstering en ontsteltenis overvallen haar. Haar hart gaat als een razende tekeer. Dit kan niet waar zijn. Haar Erik, met een ander! Van schrik laat ze de taxatierapporten op de grond vallen.
Haastig rukt Erik zich los uit de omhelzing met de vrouw. Aan zijn opeens rood aangelopen wangen ziet ze dat ook hij is geschrokken. ‘Eh, Rosa, kun je voortaan niet even… eh… kloppen?’ hakkelt hij.
De brunette probeert de ongemakkelijke situatie te redden. ‘Ach, het geeft niet,’ zegt ze met een geruststellende glimlach. ‘Ze kan ook niet weten dat je onverwacht bezoek hebt.’ Ze draait zich naar Rosa toe en steekt haar hand uit. ‘Ik ben Elise. Eriks vrouw.’
De adrenaline pompt door Rosa’s aderen. Eriks vrouw? Zonder haar aan te kijken, laat ze haar hand door die van de vrouw glijden. Ze raapt de taxatierapporten op van de grond, en terwijl ze de stapel op Eriks bureau deponeert, werpt ze hem een boze blik toe. Hij weet zich geen houding te geven en wendt snel zijn gezicht van haar af. De lul! Met een sarcastisch ‘Fijne dag nog,’ verlaat Rosa zijn kantoor. Haar hoofd tolt en ze voelt een soort misselijkheid opkomen. Met flanellen benen loopt ze richting de toiletten. O nee, straks valt ze nog flauw. Maar de woede die zich van haar meester maakt, zorgt ervoor dat ze overeind blijft. In de wc kijkt ze in de vierkante spiegel boven de wastafel. Door het felle licht van de onvriendelijke tl-buizen toont haar gezicht nóg bleker. Ze draait de kraan open en laat het koude water over haar polsen stromen.

Als verdoofd zit Rosa op de tweezitsbank in haar appartement. Na de vreselijke ontdekking dat Erik een getrouwde man is, had ze het makelaarskantoor verlaten. Ze was naar huis gegaan, waar ze een fles wijn had opengetrokken. Hoe is het mogelijk dat Erik haar zo voorgelogen heeft! Nu begrijpt ze ook waarom ze altijd bij háár thuis of in een restaurant afspraken. Zijn huis werd helemaal niet grondig verbouwd, wat hij steeds als verklaring gaf waarom ze nog niet bij hem thuis kon komen. Want bij hem thuis zit zijn echtgenote. En wellicht lopen er ook nog wel een paar kinderen rond. Hoelang had Erik die smoes nog willen volhouden? O god, die man is nog onbetrouwbaarder dan AliExpress. In welke slechte soap is ze in hemelsnaam beland! Dan schrikt ze op van de bel. Intuïtief weet ze dat Erik voor de deur staat. Hij heeft haar sinds ze weg is gegaan van kantoor meerdere malen gebeld en geappt, maar ze heeft nergens op gereageerd. Hij bekijkt het maar. Ze wil hem niet spreken. En al helemaal niet zien.
Dan wordt er op de deur gebonkt. ‘Doe open, Rosa,’ hoort ze Eriks stem. ‘Ik wéét dat je thuis bent.’
Als verstijfd blijft ze zitten op de bank, geenszins van plan om de deur voor hem te openen. Hij zal vanzelf wel weggaan. Maar Erik geeft niet op. Hij blijft met zijn vuist op de deur bonken. Wat denkt die man wel niet? Met een ruk staat ze op en beent met snelle passen naar de gang. ‘Doe jij eens even normaal,’ roept ze wanneer ze de voordeur opentrekt. ‘Wat moeten mijn buren wel niet denken!’
‘Wat kunnen jouw buren mij schelen.’
Zonder iets te zeggen draait Rosa zich om en loopt de huiskamer in. Dat ze de voordeur niet achter zich sluit, beschouwt Erik als een uitnodiging. Hij volgt haar het appartement in dat hij zo goed kent. De bos rozen legt hij op de salontafel.
‘Ik geloof mijn ogen niet. Wat kom jij hier doen?’ briest ze.
‘Doe nu even rustig. Alsjeblieft, wees redelijk…’
‘Rustig? Redelijk? Hoe kan ik rustig doen of redelijk zijn? Je hebt me keihard voorgelogen!’
‘Ik weet dat ik overkom als een hufter, maar hoor me even aan. Mijn liefde voor jou is geen leugen. Je moet me geloven, Rosa, ik ben oprecht gek op jou. Laten we erover praten hoe het verder moet.’
‘Verder moet? Nou, wat dacht je zelf? Ik wil he-le-maal niets meer met jou te maken hebben. Het is over.’ Als ze ziet dat hij naar haar toe wil lopen, maakt ze met haar handen een afwerend gebaar. ‘Ik wil dat je weggaat. Nú!’
‘Ik had het je eerder willen vertellen dat ik eh… getrouwd ben, maar ik vond nooit het juiste moment. Ik wist ook niet goed hoe ik dit moest aanpakken.’ Theatraal legt hij zijn hand op zijn hart. ‘Ik worstel al tijden met mijn gevoelens.’
‘Ach man, bespaar me je verdere leugens.’
‘Soms kun je van twee mensen houden. Ik heb geen ongelukkig huwelijk, maar ik ben óók verliefd op jou. Ik hoopte dat de tijd mij zou leren welke kant alles op zou gaan.’
‘Nou, daar hoef je niet meer over na te denken, want wat mij betreft is het klaar tussen ons. En nu wil ik echt dat je weggaat. Er is niets wat je kunt zeggen of doen waardoor ik me beter ga voelen.’
‘Het spijt me, Rosa. Ik heb je niet willen kwetsen.’
Wanneer hij aanstalten maakt om te vertrekken, roept ze hem na: ‘En neem die stomme rozen mee. Geef die maar aan je vrouw!’
Zonder om te kijken verlaat Erik haar appartement. Weer een liefdesillusie armer smijt Rosa het boeket in de prullenbak.

Drie weken later
Met een kop thee en een zak chocoladenotenmix ligt Rosa in bed. Het is al rond lunchtijd, maar waarom zou ze haar bed uit komen? Ze is weer eens Koos Werkloos. Ja, wéér, want voordat ze bij het makelaarskantoor ging werken, was ze vanwege een reorganisatie bij een architectenbureau boventallig verklaard. En na het drama met Erik had ze haar ontslag ingediend. Ze kon die man onmogelijk elke dag onder ogen komen, nadat hij haar zo in de maling had genomen. Natuurlijk had ze meteen een aantal sollicitatiebrieven verstuurd, maar tot op heden is daar nog geen positieve reactie op gekomen.
Verveeld scrolt ze op haar iPhone door Facebook. Een verdrietig gevoel maakt zich van haar meester wanneer ze gebombardeerd wordt met allemaal gelukkige beelden. Het lijkt wel of al die stellen die hun geluk van de daken schreeuwen met mierzoete liefdesfoto’s samenzweren om haar ongeluk te accentueren. Ze zakt nog net niet weg in zelfmedelijden, en dat terwijl ze het altijd haat als mensen in de slachtofferrol kruipen. Ze kan haar tijd wel nuttiger besteden dan naar de foto’s te kijken van al die ogenschijnlijke ‘perfecte levens’. Diep in haar hart weet ze ook wel dat Facebook niets meer is dan een farce. Een etalage waarin Jan en alleman alleen maar tentoon wil spreiden hoe happy en glamorous hun leventje wel niet is. En dat is natuurlijk helemaal niet de realiteit, want iedereen heeft wel zo zijn eigen shit en sores. Alleen showen we dat niet naar de buitenwereld.
Rosa opent de vacatureapp. Vrijwel meteen stuit ze op een interessante vacature. Haar ogen glijden over de tekst. Ben jij per direct beschikbaar? Délicieux, een ambachtelijke chocolaterie, is voor dit winterseizoen met spoed op zoek naar een energieke, klantvriendelijke en servicegerichte medewerkster in Crans-Montana. Ben jij per direct beschikbaar, bel dan met onderstaand nummer en vraag naar Xavier Dubois.
Rosa’s hart maakt een sprongetje. Dit klinkt fantastisch! Werken bij een ambachtelijke chocolaterie is een walhalla voor een echte chocoladeverslaafde als zij. Wat een unieke kans om én te werken én voor bepaalde tijd in het buitenland te vertoeven. Op Google zoekt ze naar informatie over het plaatsje, want meer dan dat Bern de hoofdstad van Zwitserland is en dat het land bekendstaat als ’s werelds grootste chocolademekka, is haar niet bekend. Het karakteristieke bergdorpje Crans-Montana, gelegen in de Zwitserse Alpen, is een van de beroemdste vakantieoorden van het kanton Wallis. Het ligt op een zonneplateau, met gemiddeld 300 dagen zonneschijn per jaar. O wauw, dit klinkt echt als muziek in Rosa’s oren. Zo down als ze aan deze dag begon, zo vrolijk voelt ze zich nu. Ze twijfelt geen moment en toetst het nummer van de chocolaterie in. En nu maar duimen dat ze wordt aangenomen! 

De zon weet zijn weg te vinden door de gaatjes van het melkwitte wolkendek. De sneeuw knispert onder de zolen van Rosa’s laarsjes. Twee weken geleden is ze aangekomen in Crans-Montana. Yes, ze heeft de baan in de chocolaterie gekregen. Het telefonische sollicitatiegesprek met Xavier, de eigenaar, ging supergoed en ze hadden meteen een klik. Dat ze de taal niet heel goed beheerst – meer dan schoolfrans had ze immers niet gehad – vormde geen belemmering. ‘Iedereen spreekt wel Engels, en voordat je het weet heb je het Frans onder de knie, daar help ik je wel bij.’ Hij kwam erg vriendelijk over en hij had zelfs geholpen met het zoeken naar woonruimte. Het is weliswaar een piepklein eenkamerappartementje, enigszins gedateerd, maar over het algemeen goed onderhouden. En vanaf daar was het slechts tien minuutjes lopen naar de chocolaterie. De kennismaking met haar collega’s was ook goed verlopen, en ze weet nu al dat het een goede beslissing is geweest om hiernaartoe te gaan. Ver weg van die vervelende ervaring met Erik, van wie ze nog wel een paar verontschuldigende appjes had ontvangen, waarop ze uiteraard niet had gereageerd.
Als ze het pleintje bereikt waar de chocolaterie gesitueerd is, snuift ze de onmiskenbare geur van versgebakken croissants op. Achter in het winkelgedeelte van de chocolaterie is een kleinschalige koffiecorner, waar gasten kunnen genieten van een ontbijt of lunch. Het is sfeervol ingericht met kleine houten tafeltjes, brocante spiegels en ingelijste bonbonaffiches aan de muur. Rosa is blij dat ze in dit deel van de chocolaterie mag werken, omdat ze de wisselwerking met de gasten leuk vindt. Als ze haar serveerstersschort om haar middel vaststrikt, vraagt haar collega Madeleine of ze de bestelling voor tafel zes klaar wil maken. Dat is voor die man die élke dag hetzelfde ontbijt komt nuttigen. Een chocoladecroissant, een verse jus d’orange en een cappuccino. ‘Hij vroeg gisteren nog naar je,’ merkt Madeleine met een veelbetekenende blik op.
‘Naar mij?’ vraagt Rosa verbaasd, terwijl ze het croissantje op een bord legt. ‘Wat wilde hij weten dan?’
‘Waar je was. Ik zei dat je een vrije dag had.’ Ze pauzeert even. ‘Volgens mij vindt hij je leuk. In al die tijd dat ik hier werk heb ik nog nooit zoveel woorden met hem gewisseld. Ik bedoel… hij zit daar altijd maar voor zich uit starend z’n croissantje te eten en z’n koffie te drinken, en dan gaat hij weer. Onder het personeel noemen we hem altijd de “mystery man”, omdat hij nooit iets zegt.’ En dan grinnikt ze: ‘Ik denk dat hij de hots voor je heeft.’ Ze zet een spannende stem op. ‘Al weet ik niet of je daar blij mee moet zijn. Hij is zeker niet onaantrekkelijk, maar hij heeft wat griezeligs over zich… de manier waarop hij daar zo stilletjes zijn ontbijt nuttigt, dag in, dag uit.’
Natúúrlijk was het Rosa niet ontgaan dat de man een zeer charmante verschijning is. Met zijn golvend bruine kortgeknipte haar en de brede, hoekige kaaklijn heeft hij wel iets weg van Jude Law, de knappe acteur uit de romantische filmkomedie The Holiday. En om de ‘mystery man’ heen hangt altijd zo’n heerlijke oriëntaalse aftershavegeur van amber en kruidige noten.
‘Griezelig zou ik hem niet noemen,’ zegt Rosa. ‘Ik denk eerder dat hij kampt met verdriet. Hij ziet er beslist goed uit, maar zijn ogen stralen niet mee.’
Niet-begrijpend kijkt Madeleine haar aan.
‘Ogen zijn de meest heilige deuren naar de ziel. Als je goed genoeg kijkt, zie je hoe ze praten.’
‘Filosofisch, hoor,’ mompelt Madeleine.
‘Ken je dat zelf niet? Dat je in de spiegel kijkt en denkt: ik zie er best goed uit, maar de fonkeling in mijn ogen ontbreekt,’ legt Rosa uit. ‘Althans, ik heb dat wel als ik verdrietig ben of iets vervelends heb meegemaakt. Dat zie je terug in je ogen. Nou, dat is dus wat ik bij hem denk te zien.’
‘Je fantasie slaat op hol,’ grinnikt Madeleine.
Rosa negeert Madeleines opmerking. Met het dienblad in haar handen maakt ze zich uit de voeten. ‘Bonjour, voici votre commande,’ zegt ze in haar beste Frans, terwijl ze de bestelling op tafel zet.
‘Dank je wel.’ Verrast kijkt de man haar aan. ‘Hé, je bent er weer. Heb je gisteren een fijne vrije dag gehad?’ Hij glimlacht wat ongemakkelijk en slaat zijn blauwe kijkers bijna verlegen neer.
‘Ik heb een wandeling gemaakt langs het mooie Moubra-meer.’
‘Ah, je houdt van wandelen? Ik ook.’
‘Ja, zeker in de natuur. En de frisse lucht hier geeft me energie.’
Hij laat een suikerklontje door de schuimlaag op zijn cappuccino zakken. ‘Wandelen is een goede therapie voor lichaam en geest.’
Dan valt het gesprek abrupt stil. Het was – heel even maar – door Rosa’s hoofd geschoten om hem uit te nodigen voor een wandeling. Toch zweeg ze. Ze moet het professioneel houden. Ze kan toch niet zomaar een gast uitnodigen om samen iets te ondernemen.
‘Nou… eh, eet smakelijk en een fijne dag nog,’ zegt ze, terwijl ze zich naar een volgend tafeltje verplaatst om een nieuwe bestelling op te nemen.

Wat is het hier gezellig!’ Rosa moet haar stem verheffen om boven de muziek uit te komen. Let’s Dance is de hot-spot van Crans-Montana.
‘Ik wist wel dat je het een coole tent zou vinden,’ antwoordt Madeleine. ‘Ik ben blij dat ik je heb kunnen overhalen om mee te gaan. Elke avond thuiszitten is ook net niks.’ Ze slaat haar glas glühwein achterover. ‘Ik loop even naar de bar. Jij ook nog een wijntje?’
Rosa schudt haar hoofd. ‘Deze ronde sla ik over, ik voel ’m al aardig zitten.’ Wanneer Madeleine naar de bar is, kijkt Rosa naar de dansende menigte, die losgaat op de harde beats. Ze bewegen hun armen, benen en hoofd op het ritme van de opzwepende basdrum. ’I love to see you all dance the night away!’ roept de dj, terwijl zijn vin-gers in rap tempo aan de knoppen van het mengpaneel draaien. Naadloos weet hij Wrecking Ball van Miley Cyrus en Single Ladies van Beyoncé in elkaar te laten overlopen. Zijn muzikale prestatie wordt beloond met een luid ge-juich van de clubgasten. Rosa kan nauwelijks stil blijven staan. Hoewel ze niet zo’n stapper is, heeft Madeleine gelijk dat het goed is om af en toe even uit de band te springen. Er verschijnt een man naast haar. Hij buigt zich richting haar oor. ‘Salut beauté, jij bent vast niet meer single,’ zegt hij, doelend op het liedje van Beyoncé.
‘Toch wel,’ reageert Rosa. ‘En dat wil ik graag zo houden.’ Het is leuk om sjans te hebben, maar na het debacle met Erik zit ze niet te wachten op wéér zo’n charmeur.
‘O? Dus ik kan je niet verleiden tot een drankje?’ probeert de man opnieuw. Hij houdt zijn brede schouders bewust naar achteren, waardoor zijn gespierde torso nu helemaal opgepompt lijkt.
Rosa glimlacht, maar klinkt vastberaden: ‘Nope.’
C’est dommage.’ De man druipt af. 

Het is al ver na middernacht wanneer Rosa voor de derde keer heeft gezegd dat ze naar huis wil. Madeleine mag dan vrij zijn morgen, maar zij moet werken. Eigenlijk is het al veel later geworden dan ze van plan was. ‘Jij mag blijven hoor, maar ik ga nu écht.’
‘Nee, ik laat je niet alleen lopen.’ Ze trekt Rosa aan haar arm mee. ‘Kom, we gaan onze jassen bij de garderobe halen.’
Rosa kan een lach niet onderdrukken als ze Madeleine een beetje wankel voor zich uit ziet lopen. Ze heeft duidelijk te diep in het glaasje gekeken. Zodra ze de nachtclub verlaten wasemt de kou hen tegemoet. Het is zo snijdend koud dat hun adem wolkjes boven hun gezichten vormt. Uit haar jaszak haalt Rosa een wollen muts tevoorschijn en trekt die stevig over haar hoofd. Gearmd lopen Rosa en Madeleine door de stille straten van het bergdorpje. Het goudgele licht van de lantaarnpalen zorgt voor een prachtige schittering op de besneeuwde straten. ‘Ik heb echt een wereldavond gehad,’ zegt Rosa. ‘Voor herhaling vatbaar.’
‘En je had aanspraak van François, de mooiboy van Crans-Montana.’
‘Ah, je kent hem?’
‘We hebben een tijdje gedatet.’
‘Waarom ging het uit? Ach, laat me raden… hij was ontrouw.’
Madeleine kijkt haar van opzij aan. ‘Hoe weet je dat?’
‘Ik ken dit soort types. Er staat nog net geen “fout” op zijn voorhoofd. Zo’n man is leuk voor een nacht, maar absoluut geen relatiemateriaal.’
Madeleine knikt instemmend.
Rosa twijfelt of ze Madeleine zal vertellen over haar ervaring met Erik, maar al snel wordt haar aandacht afgeleid door een man die verderop de straat oversteekt. Ze houdt haar pas in. ‘Hé, kijk,’ zegt ze op fluistertoon. ‘Daar loopt de “mystery man”. Wat doet hij hier zo laat? Hij lijkt me niet het type dat ’s nachts de bloemetjes buitenzet.’
‘Wat kan jou dat nou schelen?’
‘Zullen we hem achtervolgen om te kijken waar hij woont?’ Rosa lacht om haar eigen ingeving.
‘Doe niet zo gek. Je wilde toch per se naar huis? Anders hadden we net zo goed in de discotheek kunnen blij-ven.’
‘Ja… ja, maar eh… Ik ben nieuwsgierig, ik wil gewoon weten wie hij is.’
‘Vanwaar je fascinatie voor die man? Er loopt genoeg lekkers rond, en jij maakt je druk om de “mystery man”.’
‘Als jij door wil lopen naar huis prima, maar ik ga hem achtervolgen.’ Door haar lange wimpers kijkt ze Madeleine ondeugend aan.
‘Je bent niet wijs. Maar oké, ik ga wel mee,’ antwoordt Madeleine met tegenzin. ‘Straks heeft hij door dat je hem achtervolgt en blijkt het een of andere psychopaat te zijn.’
‘Doe normaal.’ Rosa grinnikt. ‘Je kijkt te veel horrorfilms.’
Madeleine slaakt een diepe zucht als ze ziet dat de man verderop een steil hellende laan inslaat, die aan weerszijden omringd is door sparren en lariksen waarop de kalme dwarrelende sneeuwvlokken neerdalen. ‘My gosh, je gaat me toch niet vertellen dat hij op de Rue de la Capitale woont. Nu moet ik nog gaan klimmen ook, met een conditie van nul komma nul. O, wat een slecht idee dit.’
Rosa negeert het gemopper van haar collega. Ze focust zich er meer op dat de man niet plotseling achterom kijkt en ontdekt dat ze achter hem lopen. Weliswaar vanaf een flinke afstand, maar toch…
Vanuit de verte zien ze dat hij langs een rijtje huizen uit de zeventiende eeuw van welgestelde families loopt. Bij het laatste huis gaat hij naar binnen.
Hoopvol kijkt Madeleine haar aan. ‘Kunnen we nu omkeren? Je hebt het antwoord, je weet nu waar hij woont.’
‘Nee, ik wil nog even langs het huis lopen. Kijken of er een naambordje is.’
‘Ik wacht hier wel op je, ik kan niet meer,’ hijgt Madeleine.
Zo snel als ze kan beent Rosa naar het huis. Haar hart klopt in haar keel. De gordijnen zijn gesloten, maar erachter brandt licht. Ze sluipt naar de brievenbus die aan het begin van het tuinpad staat. Uit haar broekzak pakt ze haar iPhone, doet de zaklamp aan en schijnt ermee op de brievenbus.
Felix Favre, leest ze op het naambordje.

Rosa vult de etagère met huisgemaakte macarons, brownies, bonbons en krakelingen, die gegarneerd zijn met biologische witte chocolade. De acht dames van de plaatselijke schilderclub komen eens per maand voor een high tea in de chocolaterie. Hun gelach en geklets is zelfs in de keuken te horen. Meestal stoort Rosa zich aan het lawaai, omdat het hinderlijk is voor de andere gasten, maar vandaag gaat het langs haar heen. Ze denkt aan Felix, die al drie dagen niet in de chocolaterie is geweest. En dat is opmerkelijk voor iemand die hier elke dag komt. Zonder uitzondering. Tot nu! Veel meer dan dat hij thrillerauteur is, had ze niet ontdekt nadat ze zijn naam gegoogeld had. ‘Zie je wel dat het een griezel is, hij bedenkt moordcomplotten,’ had Madeleine haar waarschuwend toegesproken nadat ze haar verteld had over wie de ‘mystery man’ is.
‘Hé, schiet eens op, Rosa,’ hoort ze Madeleines stem achter zich. ‘Je werkt vandaag in slow motion.’ Haar lach klinkt door de keuken. ‘Of dagdroom je weer over die vent?’
Nadat Rosa de dames van de schilderclub heeft bediend, zegt ze op fluistertoon tegen haar collega: ‘Denk je dat ik er even een halfuurtje tussenuit kan?’
‘Hoezo?’
‘Je zal me wel voor gek verklaren, maar ik wil even langsgaan bij Felix.’
Met haar wijsvinger tikt Madeleine op haar voorhoofd.
‘Nee, echt, ik meen het,’ zegt Rosa. ‘Ik ga zijn croissantje en jus d’orange bij hem thuis bezorgen. Ik vind het gewoon vreemd dat hij al een paar dagen niet is geweest. Er is vast iets aan de hand.’ Ze negeert Madeleines verbijsterde gezicht. ‘Als jij het oké vindt, neem ik een halfuurtje pauze.’
‘Doe wat je wil, maar blijf niet te lang weg.’
Vluchtig stopt Rosa een chocoladecroissant in een papieren broodzak. Ze vult een wegwerpbeker met versgeperst sinaasappelsap, trekt haar jas aan en loopt zo snel als ze kan naar het huis van Felix. Hoe dichter ze bij het huis komt, hoe sneller haar hart klopt. Als ze voor de voordeur staat, twijfelt ze opeens aan haar impulsieve actie. Was dit wel zo’n goed idee? Straks vindt hij het raar… Misschien kan Felix het wel helemaal niet waarderen. Ze brengt haar wijsvinger naar de bel, maar wacht halverwege. Moed verzamelend. Dan drukt ze de bel in.
Het duurt even voordat Felix, gekleed in een geruite pyjamabroek en een wollen trui, in de deuropening verschijnt. Zijn gelaat is wat bleekjes en zijn haar ziet eruit alsof hij in een baal stro heeft liggen rollen en er nog wat is blijven plakken op zijn hoofd. ‘Huh? Wat… eh… doe jij hier?’ stamelt hij, duidelijk overdonderd door het onverwachte bezoek.
‘Sorry, misschien klinkt het stom, maar ik was bezorgd. Ik bedoel… je komt… eh… elke dag naar de chocolaterie,’ hakkelt ze, terwijl een beschaamde glimlach over haar gezicht trekt. Of is het nervositeit? ‘En nu heb ik je… eh, al een paar dagen niet gezien.’ Snel overhandigt ze Felix het zakje met de croissant en de beker jus d’orange. ‘Je ontbijt…’
‘Wat attent,’ reageert Felix, zichtbaar van zijn stuk gebracht. ‘En lief.’ Hij herpakt zich. ‘Maak je geen zorgen om mij. Ik heb gewoon een fikse keelontsteking en verkoudheid te pakken. Wil je even binnenkomen? Het is koud buiten, heb je trek in een kop thee of warme chocolademelk?’
Opgelucht wrijft Rosa haar in wanten gestoken handen over elkaar. Gelukkig, hij waardeert haar gebaar, en er is niets ernstigs aan de hand. ‘Ik heb weinig tijd, ik moet weer terug naar mijn werk.’
Zijn spijtige blik ontgaat haar niet. Ze zou graag zijn uitnodiging aannemen en nog wat verder met hem praten, maar ze heeft Madeleine beloofd dat ze niet te lang wegblijft. ‘Sorry, ik moet echt gaan. Beterschap.’
‘Bedankt voor het ontbijt,’ zegt Felix, terwijl hij de broodzak omhooghoudt. ‘De uitnodiging blijft staan. Heb je dit weekend tijd? Dan ben ik vast weer opgeknapt.’
‘Dat lijkt me gezellig.’ Als ze het tuinpad af loopt, roep Felix haar na: ‘Hoe wist je eigenlijk waar ik woon?’
‘Dat vertel ik je nog wel een keer,’ antwoordt ze met een zekere nonchalance, maar ze voelt haar wangen rood kleuren.

Het landschap lijkt zo afkomstig van een ansichtkaart. De fijne sneeuwkristallen schitteren in het licht van de roodachtige avondzon. Het is alsof het besneeuwde wegdek bezaaid is met diamanten. Rosa kruipt wat dieper in haar jas en steekt haar tintelende handen in de zakken. In de haast was ze haar wanten vergeten aan te trekken.
Bij het betreden van de laan waar Felix woont, fladderen ineens vlinders in haar buik. Waarom voelt ze zich zo nerveus? Ze gaat alleen maar op visite, meer niet.
Madeleine vond het maar niks dat ze met Felix had afgesproken. ‘Bel me zodra je weer onderweg bent naar huis, ik moet weten of je oké bent,’ had ze Rosa met een verontruste blik op het hart gedrukt. Madeleine vreesde nog steeds dat Felix een of andere engerd was met slechte bedoelingen. ‘Het lijkt me eerder dat jij me vermoordt met die misprijzende blik dan dat Felix me iets aandoet,’ had Rosa gekscherend geantwoord.
Al voordat ze het tuinhekje door is, zwaait Felix de deur open. ‘Ik zag je aankomen, kom binnen.’ Hoffelijk neemt hij haar jas aan. ‘Wil je chocolademelk met een scheutje rum?’
Als Felix naar de keuken verdwijnt, neemt Rosa het interieur in zich op. De meubels van stevig hout, de grijze fluwelen banken en de extravagante lampen in gewei-look ademen de glamoureuze Zwitserse chaletstijl. Het zachte kasjmieren kleed voor de open haard nodigt Rosa uit om neer te strijken. In kleermakerszit kijkt ze naar de dansende vlammetjes. De warmte van het knisperende vuur brengt al snel een blos aan op haar koude wangen.
‘Ah, je hebt het jezelf al comfortabel gemaakt,’ merkt Felix op als hij met twee dampende bekers chocolademelk de woonkamer in komt. Hij reikt haar de beker aan en vlijt zich naast haar neer op het kleed. Hoe ze daar zo naast elkaar zitten, lijken ze wel een modelkoppel uit een woonmagazine.
Met een proostend gebaar laat Felix zijn beker even tegen die van Rosa klinken. ‘Leuk om je ook eens buiten de chocolaterie te ontmoeten. Ik ben nogal op mezelf, en heb verder geen contacten in Crans-Montana.’
‘Buiten mijn collega’s om ken ik hier ook niemand, dus insgelijks.’ Haar wangen bollen lichtjes in een glimlach. ‘Wat we ook met elkaar gemeen hebben, is de liefde voor chocola. Tenminste, ik neem aan dat je niet voor niets elke dag een chocoladecroissant komt eten.’
Felix schraapt zijn keel, alsof hij een brok moet wegslikken. ‘Mijn vriendin hield van chocola.’
‘Je vriendin?’ Rosa verslikt zich nog net niet in haar chocolademelk, en dat komt niet door de flinke scheut rum. Treft ze nu weer een man die al bezet is? Ook al heeft ze niets met hem, toch vindt ze het onacceptabel als mannen willen afspreken terwijl ze al een relatie hebben.
‘Ze wás mijn vriendin,’ antwoordt Felix snel. ‘Ze is anderhalf jaar geleden overleden na een lang ziekbed.’
Rosa slaat haar hand voor haar mond. ‘Wat erg voor je, ik weet niet wat ik moet zeggen…’
‘We woonden in Zürich, ze hield van de drukte van de stad. Maar na haar dood ben ik verhuisd naar Crans-Montana. Ik ben auteur en gedij meer bij een rustige woonomgeving.’ Hij pauzeert even. ‘Amélie ontbeet altijd met een chocoladecroissant, een cappuccino en een jus d’orange. Na haar overlijden heb ik haar traditie voortgezet, het geeft me het gevoel dat ze toch nog een beetje bij me is.’
Een intense ontroering maakt zich van Rosa meester. ‘Wat mooi,’ fluistert ze.
‘Zelfs op haar sterfbed at ze nog een chocoladecroissant, met kleine muizenhapjes.’ Tranen wellen op in zijn ogen. ‘Ze deed er bijna de hele dag over.’ Hij wrijft over zijn natte ogen. ‘Sorry, het was niet de bedoeling mijn verdriet te uiten vanavond.’
‘Dat geeft toch niet.’ In een troostend gebaar legt Rosa haar hand op Felix’ arm. ‘Er is geen magische knop waarmee je je emoties uitschakelt.’
‘Ze zeggen dat tijd alle wonden heelt, maar dat is niet zo, omdat het litteken altijd pijn zal doen. Maar lieve Rosa, ik moet je eerlijk bekennen dat sinds ik jou heb ontmoet er weer licht in deze voor mij donkere periode begint te schijnen. Vanaf de eerste dag dat ik je zag in de chocolaterie, raakte ik geïntrigeerd door je. Je doet me zo aan Amélie denken, met je immer vrolijke lach. Maar genoeg over mij, wat heeft jou naar Crans-Montana gebracht?’
Na Rosa’s relaas over de leugens van Erik geeft hij een bemoedigend klopje op haar schouder. ‘Niet alle mannen zijn zo, dus blijf geloven in de liefde. En hé, nu hebben we al drie dingen met elkaar gemeen. We houden van chocolade en wandelen, en we hebben allebei een vervelende liefdeservaring. Nee, dat zeg ik niet goed. Want de liefde is iets moois. Het is het verdriet dat op ons drukt. Weliswaar bij beiden om een andere reden, maar verdriet is verdriet.’ Dan kijkt hij haar doordringend aan. ‘Je zou me nog vertellen hoe je erachter bent gekomen waar ik woon.’
Beschaamd slaat Rosa haar handen voor haar gezicht. Een zenuwachtig lachje ontsnapt haar lippen. Even zou ze willen dat ze in rook kon opgaan, dat ze zichzelf onzichtbaar kon maken. Maar ze moet hem wel de waarheid vertellen. ‘Ik heb je een keer achtervolgd. Met Madeleine.’
‘Wat? Achtervolgd? Zoals in een scène uit mijn thrillers?’ Felix’ lach buldert door de kamer. ‘Waarom?’
‘Wat jíj met mij had, dat je de eerste dag van onze ontmoeting geïntrigeerd was door mij, dat had ik dus ook met jou. Ik zag verdriet in je ogen en was benieuwd welk verhaal daarachter schuilging.’
Als ze het hele achtervolgingsverhaal opgebiecht heeft, giert Felix het uit. ‘Heel vermakelijk. Je bent wel een beetje gek, maar op een grappige manier.’ Het verdriet dat Rosa al die tijd in zijn ogen had geconstateerd lijkt plaats te maken voor een glinstering. ‘Misschien een brutale vraag, en als je het niet wil vergeet dan meteen dat ik het gevraagd heb, maar… mag ik je een kus geven?’
Verrast kijkt Rosa naar hem op. Verrast door zijn vraag en verrast door de warme gevoelens die door haar lichaam stromen. ‘Ja,’ antwoordt ze zachtjes. ‘Dat mag.’


>